IUCN-status: Niet geëvalueerd

Nederlandse naam: Black Tiger Dwergbaars of Zwarte tijger dario.

Wetenschappelijke naam: Dario sp. Myanmar.

Synoniemen: 

Oorsprong: Myanmar.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn intenser van kleur en hebben verlengde buikvinnen. Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd en missen de rood en blauwe kleuren.

Temperatuur: 18 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 8,5.

GH: 4 tot 14.

Licht: Normaal.

Beplanting: Dicht beplant.

Bodembedekking: Zand of zeer fijn grind, zorg ook voor veel schuilplaatsen want de mannetjes zijn territoriaal.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 6 jaar.

Lengte: 2,5 tot 3,5 cm.

Voedsel: Droogvoer en diepvriesvoer. Vanwege hun kleine formaat is het beter om ze geen levend voer te geven tenzij het erg klein voer is.

Aquariummaat: 40 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Paartje, mannetje met 2 vrouwtjes of in een groepje vanaf 6 stuks. Plaats wel meer vrouwtjes dan mannetjes in een groepje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samengehouden met kleine en rustige medebewoners.

Tijd voor uitkomen eitjes: 2 tot 3 dagen.

Bijzonderheden: Deze visjes kunnen niet concurreren met snel etende medebewoners, waardoor ze het risico lopen te verhongeren. Het is daarom belangrijk hier goed op te letten. Dankzij hun kleine formaat zijn ze ideaal voor een nano-aquarium van minimaal 40 centimeter, waarbij ze het beste gehouden kunnen worden als paartje of trio, maar niet in een groep. Het aquarium moet dicht beplant zijn en voorzien van voldoende schuilplaatsen. Voor de bodem is zand de beste keuze; grind wordt afgeraden.

​

Kweekinfo: Het kweken met dit visje op zich is niet al te moeilijk, het grootbrengen van de jongen is echter lastig.

Plaats in de kweekbak, die niet al te groot hoeft te zijn, een grote pluk Javamos of een halve kokosnoot of een ander soort kleine legholen zoals buisjes of bloempotjes. Het is belangrijk dat er voldoende beschutting wordt geboden, zodat de vissen zich veilig voelen en gestimuleerd worden om eitjes te leggen. Bodembedekking is niet echt noodzakelijk en kan zelfs overbodig zijn. Voor de waterkwaliteit is een klein luchtfiltertje voldoende om het water zachtjes te filteren zonder te veel stroming te veroorzaken. Plaats het paartje in de kweekbak en kies hierbij zorgvuldig een vrouwtje uit dat een dikke buik heeft, zodat men zeker weet dat zij eitjes bij zich draagt en klaar is om te leggen.

Verwijder de ouders na een week; als alles goed is gegaan, zullen er dan eitjes te vinden zijn tussen het Javamos of in de andere gekozen legplaatsen. De eitjes komen doorgaans na 2 tot 3 dagen uit, afhankelijk van de temperatuur en wateromstandigheden. De jongen teren in de eerste levensdagen nog op hun dooierzak, wat hen van voldoende voeding voorziet. Omdat de jongen echt héél erg klein zijn, is het noodzakelijk om ze groot te brengen met extreem klein levend voer, zoals infusoria. Dit is vaak de grootste uitdaging: niet het verkrijgen van jongen, maar juist het succesvol grootbrengen ervan. Zodra de jongen wat groter zijn geworden, kan men overstappen naar het voeren van verse Artemia, wat hen helpt verder te groeien en sterker te worden.