Laatst bijgewerkt: 21 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2019)
Nederlandse naam: Regenboog cichlide.
Wetenschappelijke naam: Herotilapia multispinosa.
Synoniemen: Heros multispinosus, Archocentrus multispinosus.
Oorsprong: Costa Rica, Nicaragua en Honduras.
Biotoop: Midden-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Bij de mannetjes loopt de rugvin uit in een punt en bij de vrouwtjes is deze afgerond.
Temperatuur: 21 - 36 graden Celsius. De extreme temperaturen zijn voor hen slechts korte tijd vol te houden.
pH: 7 tot 8.
GH: 7 tot 12.
Licht: Zwak tot matig.
Beplanting: Zorg voor wat sterke planten.
Bodembedekking: Plaats een laag zand waartussen men hier en daar wat (platte) stenen legt. Ook wat hout mag niet vergeten worden.
Stroming: Zwak tot matig.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 13 tot 17 cm.
Voedsel: Droogvoer, groenvoer, algen, diepvriesvoer en levend voer.
Aquariummaat: 100 cm.
Waterlaag: Onder het midden.
Karakter: Vreedzaam, alleen in de paartijd zijn ze agressief tegen andere bewoners.
Aantal: Per paartje.
Geschikt voor: Beginners.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Kan, mits de medebewoners niet al te klein zijn.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 3 dagen.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: Het kweken met de Regenboog cichlide is niet moeilijk.
Als zich eenmaal een koppel heeft gevormd, zullen ze vanzelf beginnen met paren. Zorg ervoor dat er altijd stenen of andere geschikte objecten in het aquarium aanwezig zijn waar de eitjes op afgezet kunnen worden. De steen die door het koppel wordt uitgekozen, zal eerst grondig en zorgvuldig worden schoongepoetst door de ouders, waarbij ze ervoor zorgen dat alles perfect is voorbereid. Er worden doorgaans zo'n 1000 tot wel 2000 eitjes afgezet door het vrouwtje. Het vrouwtje neemt vervolgens de zorg voor de eitjes op zich, terwijl het mannetje waakzaam blijft en ervoor zorgt dat andere bewoners van het aquarium niet in de buurt van het nest komen.
Na een periode van ongeveer 3 dagen komen de eitjes uit, waarna de jongen door de ouders worden verplaatst naar andere zorgvuldig uitgegraven kuiltjes in de bodem. Wanneer de jongen beginnen rond te zwemmen, kunnen ze in eerste instantie gevoerd worden met klein en geschikt voedsel zoals Cyclops en Artemia-naupliën. Zodra de jongen wat groter en sterker zijn geworden, kan men hun dieet aanvullen met watervlooien, fijngewreven droogvoer en ander voedsel dat gemakkelijk in hun bekjes past, zodat ze gezond en krachtig blijven groeien.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 21-02-2025)