IUCN-status: Onzeker (2020)

Nederlandse naam: Pantsermeerval duplicareus.

Wetenschappelijke naam: Hoplisoma duplicareus.

Synoniemen: Corydoras duplicareus.

Oorsprong: Zuid-Amerika (Brazilië).

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd en worden iets groter dan het mannetje.

Temperatuur: 22 - 27 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 2 tot 25.

Licht: Normaal.

Beplanting: Normale tot dichte beplanting, bij gebruik van drijfplanten er wel voor zorgen dat er grote open stukken zijn waar ze lucht kunnen happen.

Bodembedekking: Gebruik fijn afgerond zand anders kunnen hun baardharen beschadigen. Verder de bak inrichten met schuilholen, kienhout, grotten en stenen. Gedroogde bladeren van de eik of beuk op de bodem stellen ze erg op prijs.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 4 tot 5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Groepsvis, minimaal 6.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits er voldoende schuilplaatsen aanwezig zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 5 dagen.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken van deze soort is vrij makkelijk.

Neem een aparte kweekbak voor het beste kweekresultaat, zodat de omstandigheden optimaal zijn voor het kweken. Plaats 2 mannetjes en 1 vrouwtje in de kweekbak; daarnaast kan men er ook een groepje van 5 vissen in plaatsen als men niet zeker is van het geslacht. Door een groepje te gebruiken, vergroot men de kans op succesvolle voortplanting. Voer de vissen gedurende een week met zéér gevarieerd voer om hun gezondheid en voortplantingsdrang te stimuleren. Zorg ervoor dat het voer ook levend voer bevat, zoals bijvoorbeeld watervlooien of muggenlarven, aangezien dit de vissen extra actief maakt. Vervolgens laat men geleidelijk de temperatuur zakken naar ongeveer 19 graden Celsius. Dit kan worden gedaan door een deel van het water te verversen en te vervangen met koud water. Het is belangrijk om dit proces langzaam en zorgvuldig uit te voeren.

De vissen zullen dan meestal diezelfde nacht of de daaropvolgende nacht beginnen met de ei-afzetting. Zodra één of meerdere vrouwtjes starten met het afzetten van eitjes, zullen de andere vissen dit gedrag overnemen. Hierdoor ontstaat een cyclus waarin alle vissen deelnemen, ongeacht of zij zelf eitjes produceren. Dit natuurlijke groepsgedrag zorgt ervoor dat er veel eitjes worden afgezet. Wanneer de eitjes eenmaal zijn afgezet, is het van cruciaal belang om de volwassen vissen onmiddellijk uit de kweekbak te verwijderen. Als men dit niet doet, is de kans groot dat ze de eitjes opeten. Zorg er bovendien voor dat de verlichting in de kweekbak niet te fel is, omdat fel licht ervoor kan zorgen dat de eitjes beschimmelen, wat de overlevingskans aanzienlijk vermindert.

De eitjes komen doorgaans na ongeveer 5 dagen uit, afhankelijk van de temperatuur en andere omgevingsfactoren. Voor het succesvol opvoeden van de jonge visjes is het belangrijk om hen te voeden met zeer klein levend voer. Geschikte voedingsmiddelen zijn onder andere kleine ongewervelden zoals Cyclops en Artemia-naupliën. Hiermee krijgen de jongen alle benodigde voedingsstoffen die essentieel zijn voor een gezonde groei en ontwikkeling.