Laatst bijgewerkt: 21 februari 2025

© Foto: Monique Nuijten

© Foto: Wim de Wit

© Foto: Wim de Wit

IUCN-status: Niet bedreigd (2021)

Nederlandse naam: Dwerg Corydoras.

Wetenschappelijke naam: Gastrodermus hastatus.

Synoniemen: Corydoras Australië, Corydoras hastatus.

Oorsprong: Bolivia, Brazilië, Paraguay en Argentinië.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd en worden iets groter dan het mannetje.

Temperatuur: 20 - 26 graden Celsius.

pH: 6 tot 8.

GH: 2 tot 20.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale tot dichte beplanting, bij gebruik van drijfplanten er wel voor zorgen dat er grote open stukken zijn waar ze lucht kunnen happen.

Bodembedekking: Gebruik fijn afgerond zand anders kunnen hun baardharen beschadigen. Verder de bak inrichten met schuilholen, kienhout, grotten en stenen. Gedroogde bladeren van de eik of beuk op de bodem stellen ze erg op prijs.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 2,5 tot 3 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer. Het voer dient wel klein van formaat te zijn.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Groepsvis, minimaal 6.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, zorg wel voor voldoende schuilplaatsen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 5 dagen.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken met dit visje is makkelijk.

Het best kan een klein kweekbakje worden gebruikt die is voorzien van wat beplanting, omdat dit een ideale en veilige omgeving biedt voor het proces. In de kweekbak plaatst men een goed gevoed vrouwtje samen met een paar actieve en gezonde mannetjes. Na een tijdje (als er nog niets gebeurd is en er geen voortgang te zien is) ververst men een gedeelte van het water en zorgt men gelijktijdig voor een lichte daling van de temperatuur. De eitjes worden meestal afgezet op de planten of op het glas van het aquarium, waarbij er vaak zo'n 50 stuks worden geproduceerd. Zodra de ei-afzetting is voltooid, kunnen de ouders het beste worden verwijderd om te voorkomen dat ze de eitjes beschadigen of opeten. Zorg er nu ook voor dat de verlichting niet te fel is, omdat anders de eitjes snel kunnen beschimmelen en verloren gaan.

Na ongeveer 5 dagen komen de jongen tevoorschijn uit de eitjes en nog eens 2 dagen later beginnen ze vrij rond te zwemmen. Dit is het moment waarop men de jongen kan gaan voeren. In eerste instantie is het het beste om te starten met vloeibare voeding, omdat dit geschikt is voor hun kleine formaat en gevoelige spijsverteringssysteem. Een paar dagen later kan men overstappen op fijn stofvoer, wat een goede stap is in hun ontwikkeling, en daarna ook geleidelijk Artemia-naupliën beginnen te geven, wat een uitstekend voedingsmiddel is voor groeiende jongen.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 21-02-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen