© Foto: Monique Nuijten

© Foto: Wim de Wit

© Foto: Wim de Wit

IUCN-status: Niet bedreigd (2021)

Nederlandse naam: Dwerg Corydoras.

Wetenschappelijke naam: Gastrodermus hastatus.

Synoniemen: Corydoras Australië, Corydoras hastatus.

Oorsprong: Bolivia, Brazilië, Paraguay en Argentinië.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd en worden iets groter dan het mannetje.

Temperatuur: 20 - 26 graden Celsius.

pH: 6 tot 8.

GH: 2 tot 20.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale tot dichte beplanting, bij gebruik van drijfplanten er wel voor zorgen dat er grote open stukken zijn waar ze lucht kunnen happen.

Bodembedekking: Gebruik fijn afgerond zand anders kunnen hun baardharen beschadigen. Verder de bak inrichten met schuilholen, kienhout, grotten en stenen. Gedroogde bladeren van de eik of beuk op de bodem stellen ze erg op prijs.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 2,5 tot 3 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer. Het voer dient wel klein van formaat te zijn.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Groepsvis, minimaal 6.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, zorg wel voor voldoende schuilplaatsen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 5 dagen.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken met dit visje is makkelijk.

 

Het best kan een klein kweekbakje worden gebruikt die is voor zien van wat beplanting. In de kweekbak plaatst men een goed gevoed vrouwtje met een paar mannetjes. Na een tijdje (als er nog niets gebeurt is) ververst men een gedeelte van het water en zorgt men gelijktijdig voor een daling van de temperatuur. De eitjes worden afgezet op de planten of op het glas van het aquarium, meestal zo'n 50 stuks. Na de ei afzetting kunnen de ouders worden verwijderd. Zorg nu dat de verlichting niet te fel is anders beschimmelen de eitjes.

 

Na ongeveer 5 dagen komen de jongen tevoorschijn uit de eitjes en nog eens 2 dagen later gaan ze vrij rondzwemmen. Dan kan men ze gaan voeren, het beste eerst met vloeibare voeding, een paar dagen later met fijn stofvoer en met Artemia-naupliën.