Laatst bijgewerkt: 25 februari 2025

© Foto's: Gert Aalderink

IUCN-status: Niet bedreigd (2019)

Nederlandse naam: Bijlzalm, reuze. Wordt ook wel Gestippelde Bijlzalm genoemd.

Wetenschappelijke naam: Gasteropelecus maculatus.

Synoniemen: Thoracocharax maculatus, Thoracocharax brevis, Thoracocharax magdalenae, Thoracocharax maculatus magdalenae.

Oorsprong: Colombia en Panama.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien. Als ze volwassen zijn is het vrouwtje van bovenaf gezien wat dikker dan het mannetje.

Temperatuur: 22 - 28 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7.

GH: 4 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting. Drijfplanten zijn sterk aan te raden maar zorg dan wel dat er veel open ruimte aan het oppervlak overblijft.

Bodembedekking:  Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 4 jaar.

Lengte: 8 tot 9 cm.

Voedsel: Droogvoer en kleine insecten (bv fruitvliegjes). Let er wel op dat u voer gebruikt wat blijft drijven want ze eten alleen voedsel vanaf de oppervlakte.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Oppervlakte.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 30 uur.

Bijzonderheden: Het zijn zeer goede springers en kunnen dus beter niet in een open aquarium worden gehouden. Ook als ze schrikken kunnen ze het aquarium uitspringen.

Kweekinfo: Het kweken met de Reuze bijlzalm is niet al te moeilijk.

Allereerst dient men het aquarium zorgvuldig te verduisteren, zodat er een geschikte omgeving ontstaat, en bovendien moet het water zacht en zuur zijn, met een pH die zich idealiter bevindt tussen de 5,5 en 6,5. Het is belangrijk dat het aquarium uitgerust wordt met drijfplanten, bij voorkeur exemplaren die over grote en stevige wortels beschikken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de drijfvorm van de eikenbladvaren, die zich uitstekend leent voor deze toepassing.

De eitjes worden meestal tussen de wortels van de drijfplanten afgezet, waarna ze langzaam naar de bodem van het aquarium zinken. Het is aan te raden om na de ei-afzetting de ouders direct uit het aquarium te verwijderen, aangezien de kans aanzienlijk groot is dat ze anders hun eigen eitjes opeten. Dit gedrag komt vaak voor en kan eenvoudig worden voorkomen door de ouders tijdig uit de omgeving van de eitjes te halen.

Na ongeveer 30 uur komen de eitjes uit, en de jongen beginnen na een periode van ongeveer 5 dagen vrij rond te zwemmen. Voor een succesvolle opkweek van de jongen is het essentieel om ze te voeden met het kleinste en fijnste stofvoer dat beschikbaar is, of met uiterst fijne levende organismen zoals pantoffeldiertjes. Na een periode van ongeveer 7 dagen kan men beginnen met het geven van Artemia-naupliën, die een uitstekende voeding vormen voor de jonge visjes.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 25-02-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen