Laatst bijgewerkt: 19 februari 2025

© Foto: Ed Overmars

IUCN-status: Niet geëvalueerd

Nederlandse naam: Keizerbaars sp multicolor.

Wetenschappelijke naam: Aulonocara sp multicolor.

Synoniemen: 

Oorsprong: De Aulonocara sp. "Multicolor" is een kweekvariant, waarschijnlijk afkomstig van een Aulonocara stuartgranti-type. Deze vissoort komt van nature niet in het wild voor. De oorspronkelijke soorten zijn afkomstig uit Afrika, specifiek uit het Malawimeer.

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn groter, steviger gebouwd en opvallend kleurrijker dan de vrouwtjes. Bovendien hebben de mannetjes puntige rug- en anaalvinnen, terwijl deze bij de vrouwtjes een afgeronde vorm hebben.

Temperatuur: 24 - 27 graden Celsius.

pH: 7 tot 8.

GH: 5 tot 14.

Licht: Normaal.

Beplanting: Niet noodzakelijk.

Bodembedekking: Bij voorkeur een fijne zandbodem. Verder de bak inrichten met stenen en grotten maar zorg wel dat er veel zwemruimte overblijft want het is een levendige zwemmer.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 7 jaar.

Lengte: Vrouwtjes tot 10 cm en mannetjes tot wel 14 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 120 cm.

Waterlaag: Overal.

Karakter: Vreedzaam zolang ze samenleven met vissen van een vergelijkbare grootte. Mannetjes zijn territoriaal en vechten onderling, houd daarom slechts één mannetje per aquarium.

Aantal: 1 mannetje met meerdere vrouwtjes.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitspugen eitjes: 3 weken.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken met deze soort is vrij makkelijk.

Deze soort is een vruchtbare en gemakkelijke soort die niet noodzakelijk in een speciale kweekbak gehouden hoeft te worden. Het is dus niet nodig om extra inspanningen te leveren voor het creëren van specifieke omstandigheden. De ideale kweekgroep bestaat doorgaans uit één mannetje dat samenleeft met vier vrouwtjes. Dit is een optimale balans, omdat het mannetje, zodra een van de vrouwtjes een bekje vol met eitjes heeft, zijn volledige aandacht kan richten op de andere drie vrouwtjes, waardoor de voortplanting soepel verloopt.

Tijdens de paring doet het mannetje extra zijn best om indruk te maken en zijn kleuren zijn op dat moment op hun allermooist, wat een prachtig gezicht is. Vervolgens zal hij het vrouwtje door middel van subtiele trillende bewegingen verleiden en naar een geschikte paarplek lokken; deze plek is meestal simpelweg een beschut plekje in het zand.
De eitjes worden bevrucht volgens de eivlek-methode, waarna het vrouwtje alle eitjes in haar muil opneemt om ze veilig uit te broeden. Dit maakt haar een maternale muilbroeder, omdat zij de eitjes volledig zelf verzorgt. Een gemiddeld nest bevat meestal tussen de 20 en 60 eitjes. Na een periode van ongeveer drie weken worden de volledig uitgebroede jongen door het vrouwtje uitgespuugd en vanaf dat moment mogen zij niet meer terugkeren in haar muil. Zelfs wanneer er gevaar dreigt, biedt zij geen bescherming meer, wat betekent dat de jongen vanaf dat moment zelfredzaam moeten zijn en voor zichzelf moeten leren zorgen. 
De jongen kunnen direct na het verlaten van de muil gevoerd worden met fijn gewreven vlokvoer en Artemia-naupliën, wat uitstekende voeding is voor hun eerste levensfase.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 19-02-2025)

Rating: 5 sterren
3 stemmen