Laatst bijgewerkt: 24 februari 2025

© Foto: Rosetta Schiff - Jansen

IUCN-status: Niet bedreigd (2020)

Nederlandse naam: Roodstaart rasbora, Brilliant rasbora.

Wetenschappelijke naam: Rasbora borapetensis.

Synoniemen: 

Oorsprong: Thailand, Maleisië, Laos, Vietnam, China, Filippijnen, Soenda-eilanden, Indonesië, Brunei Darussalam en Singapore.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn slanker van bouw en intenser van kleur dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 23 - 26 graden Celsius.

pH: 6 tot 7,5.

GH: 5 tot 8.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting. Drijfplanten, drijfhout of drijftakken worden zeker ook op prijs gesteld.

Bodembedekking: Zand of grind. Vergeet ook geen stukken (kien)hout waar ze zich achter kunnen verstoppen.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd:

Lengte:  5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Overal.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 10 stuks.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: 18 tot 48 uur, afhankelijk van de temperatuur.

Bijzonderheden: Deze soort is erg rustig en kunnen bijvoorbeeld prima samen worden gehouden met kleine soorten Labyrintvissen.

Kweekinfo: Het kweken met dit visje is mogelijk, maar niet makkelijk.

De kweekbak kan het beste een afmeting hebben van ongeveer 75 x 30 x 30 cm, wat ideaal is voor het houden van twee paartjes. Het water in de bak dient licht zuur tot een neutrale pH te hebben, wat de optimale omstandigheden biedt voor het welzijn van de vissen en de kweek. Net boven de bodem is het verstandig om een soort gaas met kleine gaatjes te spannen, die groot genoeg zijn zodat de eitjes er precies doorheen kunnen vallen. Een andere optie is het gebruik van een stuk kunststof grasmat, wat ook uitstekend geschikt blijkt te zijn. Daarnaast kan men overwegen om knikkers op de bodem te leggen, zodat de eitjes daartussen terechtkomen en zodoende beter beschermd zijn tegen de ouders.

Plaats in de kweekbak één of twee goed gevoede paartjes, waarbij de vrouwtjes duidelijk dikker zijn vanwege de eitjes die ze dragen. Mocht dit niet het geval zijn, dan is het belangrijk om hen eerst extra levend voer en/of diepvriesvoer te geven. Dit stimuleert de productie van eitjes en bereidt de vrouwtjes voor op het afzetten hiervan. Het voorzien van de juiste voeding is een cruciale stap in het kweekproces en zorgt ervoor dat de voortplanting soepel verloopt.

Vervang vervolgens om de paar uur een klein deel van het water in de kweekbak door koud water en zorg ervoor dat er opnieuw wat voer wordt toegevoegd. Deze handeling bootst natuurlijke omstandigheden na en kan de vissen aanmoedigen om te gaan paren. Als alles goed verloopt, zullen de vissen paren en worden er zo'n 30 tot 50 eitjes geproduceerd, met soms een uitschieter waarbij dit aantal nog hoger ligt. Zodra de eitjes zijn afgezet, is het essentieel om de ouderdieren te verwijderen uit de bak, omdat zij anders de eitjes kunnen opeten, wat de kweek kan verstoren.

Na een periode van 18 tot 48 uur, afhankelijk van de temperatuur van het water, komen de eitjes uit en ontwikkelen de larfjes zich verder. Nog eens 24 tot 48 uur later beginnen de jongen vrij rond te zwemmen. Op dat moment kunnen ze gevoerd worden met Artemia-naupliën en microwormen, wat essentieel is voor hun groei en ontwikkeling tijdens deze vroege levensfase. Zorg ervoor dat het voer klein genoeg is en voldoende voedingsstoffen bevat om de jongen optimaal te ondersteunen.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 24-02-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen