Laatst bijgewerkt: 21 februari 2025

© Foto: Anita Van Drunen-de Wagt

© Foto: Jeroen Beumer

IUCN-status: Niet bedreigd (2020)

Nederlandse naam: Sleutelgatcichlide.

Wetenschappelijke naam: Cleithracara maronii.

Synoniemen: Acara maronii, Aequidens maronii, Cleithracara maroni.

Oorsprong: Venezuela, Frans Guyana en Suriname.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Pas op volwassen leeftijd is het geslacht te onderscheiden. Mannetjes worden niet alleen groter, maar zijn ook steviger gebouwd dan vrouwtjes. Daarnaast zijn de anaal- en rugvin van mannetjes doorgaans langer dan die van vrouwtjes.

Temperatuur: 21 - 28 graden Celsius.

pH: 4 tot 7,5.

GH: 2 tot 15.

Licht: Matig tot normaal.

Beplanting: Ze houden van dichte beplanting.

Bodembedekking: Zand of afgerond grind is ideaal, hoewel ze zelden graven. Zorg ook voor stukken hout, takken en stenen, want deze mogen zeker niet ontbreken. Daarnaast worden bladeren op de bodem zeer gewaardeerd.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: 7 jaar.

Lengte: Mannetje tot 11 cm en vrouwtje tot 8 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Paartje of een groepje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee, men kan ze wel prima samenhouden met bijvoorbeeld Maanvissen, Dwergcichliden en soortgenoten.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 3 tot 5 dagen.

Bijzonderheden: Ze zijn behoorlijk vreedzaam tenzij ze een nest of jongen hebben, dan kunnen ze vrij agressief worden.

Kweekinfo: Het kweken met de Sleutelgatcichlide is vrij makkelijk.

Er is absoluut niet veel nodig om deze prachtige vissen aan het kweken te krijgen. Schoon water en een goede, uitgebalanceerde voeding zijn al voldoende om ze in uitstekende conditie te brengen. Wanneer deze basisvoorwaarden worden vervuld, zullen de vissen zich snel op hun gemak voelen en aan het voortplantingsproces beginnen.

Het paartje zal zorgvuldig een geschikte locatie uitzoeken in het aquarium. Meestal kiezen ze een stevig plantenblad, een stuk kienhout of een gladde steen uit als ideale plek. Toch kunnen ze ook een "holletje" als broedplaats verkiezen. Dit kan bijvoorbeeld een halve kokosnoot, een bloempotje of een andere kleine schuilplaats zijn. Ongeacht hun keuze zal de gekozen locatie vervolgens grondig en met grote precisie worden schoongemaakt door beide vissen.

Het vrouwtje begint met het leggen van rijtjes eitjes, waarna het mannetje deze zorgvuldig zal bevruchten. Onder de juiste omstandigheden kunnen er wel zo’n 350 eitjes worden gelegd. Deze eitjes komen na 3 tot 5 dagen uit, afhankelijk van de temperatuur en waterkwaliteit. Beide ouders zetten zich intensief in om voor de jongen te zorgen, en dit ouderlijke gedrag kan wel een aantal maanden doorgaan, waarbij ze hun nageslacht blijven beschermen en begeleiden.

De jongen kunnen met groot succes worden opgekweekt door ze Artemia-naupliën, microwormen of een hoogwaardige kwaliteit poedervoer voor jongen te voeren. Naarmate ze groeien, kan men ze ook met cyclops voeren om hun ontwikkeling verder te stimuleren. Het juiste voedingspatroon is essentieel voor een gezonde groei van de jongen.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 21-02-2025)

Rating: 4 sterren
1 stem