IUCN-status: Kwetsbaar (2019)

Nederlandse naam: Reuze Chocolade goerami.

Wetenschappelijke naam: Sphaerichthys acrostoma.

Synoniemen: 

Oorsprong: Borneo (Indonesië).

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Tijdens de paartijd vertonen de mannetjes een donkere streep op hun zij. De vrouwtjes hebben verder een spitsere kop dan de mannetjes en een rechte kaaklijn. De mannetjes hebben een uitzetbare huid voor het muilbroeden.

Temperatuur: 21 - 25 graden Celsius.

pH: 3,5 tot 6,5.

GH: 0 tot 3.

Licht: Zwak tot matig.

Beplanting: Dichte beplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: 6 tot 7 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en vooral klein levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Groepje van tenminste 6 exemplaren wordt aanbevolen.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee, maar ze kunnen wel samen met kleine rustige soorten worden gehouden die ook in dit zachte en zure water kunnen leven.

Tijd voor uitkomen eitjes: Circa 7 tot 20 dagen.

Bijzonderheden: Deze vissen houden van een aquarium wat is ingericht met hout, takken en grotten waar ze kunnen schuilen en ook bladafval op de bodem wordt zeer op prijs gesteld. Verder is het mannetje de muilbroeder. 

​

Kweekinfo: Het kweken met deze vissoort is moeilijk.

De beste condities voor de kweek zijn: een constante temperatuur van 25 graden Celsius en ideale waterwaarden, zoals een pH-waarde die lager is dan 5 en een dH-waarde die niet boven de 2 uitkomt.

Het paren kan meerdere uren in beslag nemen, waarbij de eitjes zorgvuldig worden afgezet op een geschikt substraat, zoals beukenbladeren, en vervolgens bevrucht. Daarna neemt het mannetje de verantwoordelijkheid op zich door alle eitjes in zijn bek te nemen om ze veilig uit te broeden. Meestal trekt het mannetje zich dan terug naar een rustig en beschut plekje in het aquarium, waar hij gedurende deze tijd niets meer zal eten.

De eitjes en jongen blijven doorgaans tussen de 7 en 20 dagen in de bek van het mannetje voordat ze worden vrijgelaten. Het aantal jongen dat wordt grootgebracht, ligt vaak tussen de 20 en 40 exemplaren. Gedurende de periode dat de jongen nog in de bek worden gehouden, spuwt het mannetje ze af en toe uit, zodat ze klein voedsel, zoals infusoriën, kunnen opnemen totdat ze groot genoeg zijn om Artemia-Naupliën en microwormen te eten. Het wordt aangeraden om dagelijks ongeveer 10% van het water in het aquarium te verversen om de waterkwaliteit te waarborgen en de optimale groeisnelheid van de jongen te bevorderen.

S. vaillanti