© Foto: Marck Knevel

© Foto: Annemieke van der Donk

© Foto: Koen Vaske

© Foto: Marco Mijdam

IUCN-status: Bedreigd (2019)

Nederlandse naam: Boeseman's regenboogvis.

Wetenschappelijke naam: Melanotaenia boesemani.

Synoniemen:

Oorsprong: Australië, Ayamaru-meer en Nieuw-Guinea.

Biotoop: Australisch.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn veel kleurrijker dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 23 - 27 graden Celsius.

pH: 7 tot 8,5.

GH: 8 tot 12.

Licht: Normaal.

Beplanting: Losse randbeplanting en zorg in ieder geval dat er veel open zwemruimte aanwezig blijft.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout, stenen en takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 14 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer. Hun hoofdvoedsel is levend voer.

Aquariummaat: 120 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 1 week.

Bijzonderheden: Men dient er wel rekening mee te houden dat deze vissen veel vrije zwemruimte nodig hebben. Het is dan ook aanbevolen om randbeplanting toe te passen zodat in het midden voldoende zwemruimte aanwezig is.

Kweekinfo: Het kweken met deze vis is vrij eenvoudig.

 

Men heeft een ruime kweekbak nodig die volledig moet worden beplant met fijnbladige planten en/of met Javamos. Het is belangrijk ervoor te zorgen dat de kweekbak goed is ingericht, zodat de vissen zich comfortabel voelen. Als men Javamos in het "normale" aquarium heeft zitten, zullen ze daar ook geregeld eitjes afzetten tussen het Javamos. Deze waardevolle eitjes kan men met een pluk Javamos voorzichtig overbrengen naar een gereedstaande kweekbak, om ze daar verder te laten ontwikkelen en uitkomen.

 

Wil men gewoon een stelletje in de kweekbak plaatsen, dan is het wijs om het meest mooie mannetje samen met 2 of 3 vrouwtjes in de kweekbak te zetten, dit om de kans op het vormen van een geschikt en succesvol koppel te vergroten. Verhoog de temperatuur in de kweekbak geleidelijk naar een niveau van 28 tot 30 graden Celsius en voeg een beetje zeezout aan het water toe (één theelepel per 10 liter water) om een optimale omgeving te creëren. Voer de vissen dagelijks met levend voer van goede kwaliteit. Dan duurt het vaak niet al te lang voordat er eitjes worden afgezet. Het proces van het afzetten van de eitjes kan wel een paar dagen in beslag nemen. Het uiteindelijke legsel zal doorgaans bestaan uit ongeveer 100 tot 200 eitjes. Zodra u ziet dat ze klaar lijken te zijn met de ei-afzetting, kan men het beste de ouders voorzichtig uit de kweekbak verwijderen om de eitjes te beschermen.

 

De eitjes zullen na een dikke week uitkomen, afhankelijk van de omstandigheden in het water. De jongen kan men opkweken door ze in eerste instantie te voeren met vloeibaar voedsel en fijn stofvoer, speciaal ontworpen voor deze fase. Vervolgens kan men, na een aantal dagen, overgaan op het voeren van pas uitgekomen Artemia-naupliën en kleine watervlooien. Hoewel de jongen in het begin langzaam groeien, zijn ze opvallend sterk en relatief makkelijk groot te brengen in vergelijking met andere vissoorten.

 

 


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 03-03-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen