IUCN-status: Niet bedreigd (2019)

Nederlandse naam: Blauwe spat of Blauwe goerami.

Wetenschappelijke naam: Trichopodus trichopterus.

Synoniemen: Labrus trichopterus, Trichogaster trichopterus, Trichopus trichopterus, Labrvs trichoptervs, Trichopus sepat, Stethochaetus biguttatus, Osphromenus siamensis, Nemaphoerus maculosus, Osphromenus insulatus.

Oorsprong: Indonesië, Maleisië, Cambodja, Thailand, Vietnam en Myanmar.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is iets kleurrijker dan het vrouwtje. Bovendien loopt de rugvin van het mannetje uit in een punt en bij het vrouwtje is deze rond.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 5 tot 16.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout en/of takken worden zeker op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: 8 tot 12 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.

Tijd voor uitkomen eitjes: 24 tot 36 uur.

Bijzonderheden: Er bestaan verschillende kweekvormen van deze vis, de Blauwe Spat is vooral bekend om zijn unieke eigenschap: hij eet Planaria. Planaria zijn kleine, bijna doorzichtige platwormpjes die je soms langzaam over de aquariumruit ziet bewegen. Heb je last van deze wormpjes? Dan is de Blauwe Spat dé natuurlijke oplossing om er voorgoed vanaf te komen.

​

Kweekinfo: De kweek van de Blauwe spat is redelijk eenvoudig.

Het moeilijkste zal ongetwijfeld zijn om een geschikt koppel te vinden. Denkt u echter een koppel te hebben gevonden dat geschikt is, ga dan zorgvuldig en stapsgewijs als volgt te werk om het proces zo goed mogelijk te laten verlopen.

Voor een succesvolle kweek begint men met het gebruik van een kweekbak met een inhoud van ongeveer 40 liter. Deze kweekbak moet worden gevuld met een laag water van ongeveer 12 á 15 centimeter, er mag maar zeer weinig tot vrijwel geen stroming aanwezig zijn. Zorg ervoor dat de kweekbak is voorzien van enkele drijfplanten of planten met bladeren die op het wateroppervlak drijven. Deze zijn essentieel omdat ze helpen om het schuimnest goed op zijn plaats te houden. Zodra het koppel in de kweekbak is geplaatst, verhoogt men geleidelijk de temperatuur tot tussen de 28 en 30 graden Celsius, waarbij dit proces ongeveer drie dagen in beslag neemt om de temperatuur langzaam aan te passen.

Het mannetje zal vervolgens veel tijd en aandacht besteden aan het zorgvuldig bouwen van een stevig schuimnest. De eitjes, die lichter zijn dan water, blijven dankzij het schuim drijven en worden goed beschermd. Na een uitgebreide balts gaan de goerami's over tot de feitelijke ei-afzetting. Een schuimnest kan een indrukwekkend aantal van wel 1000 tot 2000 eitjes bevatten. Na het afzetten van de eitjes is het belangrijk om het vrouwtje uit de kweekbak te halen, omdat het mannetje haar anders voortdurend zal verjagen of in het ergste geval zelfs kan doden om het nest te beschermen.

Het mannetje neemt de volledige verantwoordelijkheid voor het verzorgen en bewaken van het nest. Wanneer eitjes naar beneden zakken, zal het mannetje deze met zijn bek oppakken en ze terug in het schuimnest spuwen. Dit gedrag is ook de reden dat er slechts 12 á 15 centimeter water in de kweekbak mag zijn. Dankzij de ondiepe waterlaag hoeft het mannetje geen lange afstanden af te leggen om de gezonken eitjes terug naar het nest te brengen, wat hem aanzienlijk energie bespaart tijdens deze intensieve periode.

Na een periode van 24 tot 36 uur komen de jongen tevoorschijn. Op dat moment moet ook het mannetje uit de kweekbak worden verwijderd, omdat hij anders mogelijk schade aan de jongen kan toebrengen.

Wanneer de jongen beginnen te zwemmen, kunnen ze worden gevoerd met bijvoorbeeld Liquifry, micro-aaltjes, pantoffeldiertjes, en fijn stofvoer om hun groei te stimuleren en ze gezond op te laten groeien.