IUCN-status: Kritiek (2018)
Nederlandse naam: Zebrameerval, Zebra Pleco, L046.
Wetenschappelijke naam: Hypancistrus zebra (L046).
Synoniemen:
Oorsprong: Brazilië (Rio Xingu).
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Zeer lastig te zien, het mannetje heeft een grotere kop dan het vrouwtje.
Temperatuur: 23 - 26 graden Celsius.
pH: 6 tot 7,5.
GH: 5 tot 8.
Licht: Matig.
Beplanting: Normale beplanting en eventueel wat drijfplanten om het licht te dimmen.
Bodembedekking: Bij voorkeur fijn afgerond zand, eventueel is fijn afgerond grind ook een mogelijkheid. Stukken (kien)hout, stenen, rotsen en takken waarmee schuilplaatsen zijn gemaakt mogen zeker niet ontbreken.
Stroming: Normaal.
Leeftijd: 15 jaar.
Lengte: Maximaal 14 cm, maar meestal niet groter dan 10 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.
Aquariummaat: 100 cm.
Waterlaag: Bodembewoner.
Karakter: Vreedzaam, mannetjes onderling zijn nog al eens agressief tegen elkaar.
Aantal: Solitair of een groepje van 6 of 7 vissen.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: 4 tot 7 dagen.
Bijzonderheden: Deze vis wordt 's nachts actief, dus moeten er genoeg schuilplaatsen zijn waar hij zich overdag terug kan trekken. Het zijn dure vissen, ze worden zo tussen de € 120,- en soms wel meer dan € 200,- verkocht.
Kweekinfo: Het kweken is niet eenvoudig met deze vis.
Voor de kweek kan men het beste de temperatuur verhogen naar 27 tot 30 graden Celsius. Plaats in de (kweek)bak verschillende legholen. Aan de waterkwaliteit worden weinig eisen gesteld. Het beste kan men een kweekgroep nemen, echter is het nadeel daarvan dat dat nogal prijzig is, maar zo heeft men wel veel meer kans dat zich een koppel gaat vormen. Er dient afwisselend en voldoende gevoerd te worden, wat niet altijd een makkelijke opgave is, aangezien de L046 slecht concurreert om voedsel met andere vissen. Om deze reden is het ook aan te raden geen andere vissoorten in de (kweek)bak te plaatsen, we spreken dus van een speciaalbak! Het voedsel dient te bestaan uit levende rode muggenlarven, Artemia of jonge Vuurgarnalen. Er moet voldoende voer worden gegeven met veel afwisseling.
Ook moet er voldoende stroming in de (kweek)bak aanwezig zijn. Een filtercapaciteit van 10x de inhoud van het aquarium is totaal niet overdreven. Liever zelfs nog meer stroming door er bijvoorbeeld nog een extra stromingspomp bij te plaatsen. Plaats verschillende maten legholen in de (kweek)bak zodat de vissen zelf de juiste maat kunnen kiezen. Langs de voorkant moet men zorgen dat daar een beetje stroming langs gaat maar niet rechtstreeks het hol in.
Laat nu de temperatuur langzaamaan zakken naar 22 graden Celsius, dat kan men het beste doen in 2 dagen tijd. Geef in deze koele periode de vissen 5 dagen geen voer. Dit kunnen ze best hebben omdat men eerder de vissen goed heeft gevoed met allerlei verschillend voedsel.
Nu moet de temperatuur weer verhoogd worden met 1 graad per dag en begint men ook weer met het voeren van de vissen met voldoende levend voedsel tot een temperatuur van 30 graden Celsius is bereikt. Daarna 50% van het water verversen met water van 27 graden Celsius.
Als alles goed gaat komen er nu zo'n 10 tot 18 eitjes waar de vader verder voor gaat zorgen. De jongen komen, afhankelijk van de temperatuur en waterkwaliteit, na 4 tot 7 dagen uit. De jongen hebben een grote dooierzak waar ze wel 10 tot 15 dagen op kunnen teren. In dit stadium zijn de jongen erg kwetsbaar en kunnen zelfs kleine slakjes voor fatale ongelukken zorgen. In deze fase is schoon, warm water met veel zuurstof erg belangrijk. Het voeren van de jongen kan voor problemen zorgen. Een veel gebruikt product is Sera viformo. Over deze voedseltabletten giet je het vocht van samengeperste rode muggenlarven en laat dit goed intrekken. Op deze manier wordt er goed gegeten en sterven er relatief weinig jongen. Na een jaar of twee zijn de zebra's met 6 of 7 cm volwassen en kunnen zij zelf ook weer voor nageslacht zorgen.