Zelf voer maken voor uw vissen

1. Om ei-korrels te maken, volg je deze eenvoudige stappen. Neem een kippenei en klop het eiwit en de dooier goed door elkaar. Breng een pannetje met water aan de kook. Gebruik vervolgens een lepel of spuit om het eimengsel druppelsgewijs in het kokende water te laten vallen. Zo ontstaan kleine ei-korrels. Schep de korrels uit het water en laat ze volledig afkoelen. Ze zijn nu klaar om aan de vissen te voeren. Voer echter met mate, want ei-korrels hebben een hoge voedingswaarde. Overgebleven korrels kun je enkele dagen in de koelkast bewaren. Als je ze later wilt gebruiken, laat ze dan eerst op kamertemperatuur komen voordat je ze aan de vissen geeft.

2. Een alternatief is om een ei te koken zoals je dat normaal doet. Breng water aan de kook en laat het ei 8 tot 10 minuten koken. Het hardgekookte eigeel is ideaal voor vissen, het eiwit niet. Verkruimel het eigeel in kleine stukjes en laat deze een paar uur goed drogen. Voer de vissen in kleine hoeveelheden, vanwege de hoge voedingswaarde. Bewaar het eigeel dat je over hebt in de koelkast. Als je het later wilt gebruiken, zorg er dan voor dat het eerst op kamertemperatuur komt.

3. Je kunt ook direct de eidooier voeren. Grote cichliden zijn er dol op, en ook jonge visjes die net uit het ei zijn gekomen kunnen met eidooier worden gevoerd. Let er wel op dat eidooier erg vet is en het water kan vervuilen als je te veel voert. Voer daarom altijd met mate.

Groenten zijn een uitstekende voedingsbron voor vissen. Vooral bodembewoners zijn er dol op, maar ook andere vissoorten genieten ervan.

Hier zijn enkele groenten die geschikt zijn voor jouw vissen:

Sla, broccoli, kool, spinazie, courgette, komkommer, bloemkool, wortels en spruitjes.

Wanneer je vissen voor het eerst groente aanbiedt, kan het even duren voordat ze eraan wennen. Echter, hoe vaker je het geeft, hoe sneller ze het accepteren. Bodembewoners zijn vaak de eersten die erop afkomen, maar uiteindelijk raken vrijwel alle vissoorten geïnteresseerd. Om het de vissen gemakkelijker te maken, is het handig om de groente steeds op dezelfde plek in het aquarium te plaatsen. Zo leren ze snel waar ze het kunnen vinden.

Omdat de meeste soorten groente blijven drijven, is het nodig om deze te verzwaren. Dit kan eenvoudig door er bijvoorbeeld een lepel doorheen te prikken. Daarnaast zijn er speciale klemmen of "knijpertjes" te koop waarmee je de groente stevig op zijn plek kunt houden.

Voordat je groente aan de vissen voert, is het belangrijk om deze goed af te spoelen onder stromend water. Hiermee verwijder je eventuele resten van bestrijdingsmiddelen.

Bepaalde groenten kun je na het afspoelen direct aan de vissen geven. Hardere groenten, zoals wortel, kun je het beste eerst een paar minuten koken om ze zachter te maken. Komkommer daarentegen kun je het rechtstreeks voeren, zonder te koken. Als je komkommer kookt, verliest het namelijk zijn structuur en valt het uit elkaar.

Experimenteer om te ontdekken welke groente jouw vissen het lekkerst vinden. Onthoud hierbij: VOER NIET TE VEEL TEGELIJK. Het is beter om drie keer per dag een kleine hoeveelheid te geven dan één keer een grote portie.