IUCN-status: Niet bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Luipaardpantsermeerval.

Wetenschappelijke naam: Hoplisoma julii.

Synoniemen: Corydoras leopardus, Corydoras julii.

Oorsprong: Brazilië, Bolivia en Argentinië.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd dan het mannetje.

Temperatuur: 23 - 26 graden Celsius.

pH: 6 tot 7,5.

GH: 5 tot 12.

Licht: Normaal.

Beplanting: Normale tot dichte beplanting, bij gebruik van drijfplanten er wel voor zorgen dat er grote open stukken zijn waar ze lucht kunnen happen.

Bodembedekking: Gebruik fijn afgerond zand anders kunnen hun baardharen beschadigen. Verder de bak inrichten met schuilholen, kienhout, grotten en stenen.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: 5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Groepsvis, minimaal 6.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits er voldoende schuilplaatsen aanwezig zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 3 tot 8 dagen.

Verwarring: De Corydoras trilineatus wordt vaak aangeboden als Corydoras julii. Let daarom goed op als je specifiek de julii zoekt, want deze is zelden verkrijgbaar.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken van deze soort is vrij makkelijk.

Neem altijd een aparte kweekbak voor het allerbeste kweekresultaat. Zorg ervoor dat u 2 mannetjes en 1 vrouwtje in de kweekbak plaatst. Mocht u niet helemaal zeker zijn van het geslacht van de vissen, dan kunt u ook een groepje van 5 vissen in de kweekbak zetten. Het is belangrijk om de vissen gedurende een week zeer gevarieerd voer te geven, waaronder ook levend voer. Dit type voeding maakt een cruciaal verschil in de voorbereiding op het kweken. Nadat deze periode is afgelopen, laat u langzaam de temperatuur van het water geleidelijk zakken tot ongeveer 19 graden Celsius. Als alternatief kunt u een deel van het water verversen en vervangen door koud water, wat een soortgelijk effect heeft.

Tijdens de nacht of in de nacht die daarop volgt, zullen de vissen doorgaans overgaan tot de ei-afzetting. Zodra één of meer vrouwtjes beginnen met het afzetten van eitjes, zullen de overige vissen aan deze activiteit meedoen. Dit creëert een cyclus, ongeacht of een vis zelf eitjes produceert of niet. Zodra de eitjes zijn afgezet, is het essentieel om de vissen direct uit de kweekbak te halen. Als u dit niet doet, lopen de eitjes het risico te worden opgegeten door de volwassen vissen. Let er vervolgens op dat de verlichting in de kweekbak niet te fel is, omdat dit kan leiden tot beschimmeling van de eitjes, wat het succes van de kweek aanzienlijk kan verminderen.

De eitjes komen doorgaans na een periode van ongeveer 3 tot 8 dagen uit. Zodra dit gebeurt, kan men de jonge vissen grootbrengen door ze te voeden met kleine ongewervelde diertjes zoals Cyclops en Artemia-naupliën. Het is belangrijk om de jongen goed en regelmatig te voeren, omdat dit sterk bijdraagt aan hun gezonde groei en ontwikkeling.