IUCN-status: Niet bedreigd (2020)
Nederlandse naam: Kwikwi of Gevlekte pantermeerval.
Wetenschappelijke naam: Megalechis thoracata.
Synoniemen: Hoplosternum thoracatum var. niger, Callichthys thoracatus, Hoplosternum thoracatum, Hoplosternum thoracatum thoracatum, Callichthys longifilis, Callichthys personatus, Hoplosternum personatus, Megalechis personata, Callichthys exaratus, Hoplosternum thoracatum surinamensis.
Oorsprong: Zuid-Amerika.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Geen zichtbaar verschil tussen beide geslachten.
Temperatuur: 22 - 24 graden Celsius.
pH: 7 tot 7,5.
GH: 5 tot 20.
Licht: Matig.
Beplanting: Beplanting is niet noodzakelijk.
Bodembedekking: Bij voorkeur fijn afgerond zand, eventueel is fijn afgerond grind ook een mogelijkheid. Stukken (kien)hout, stenen, rotsen en takken waarmee schuilplaatsen zijn gemaakt mogen zeker niet ontbreken.
Stroming: Zwak tot matig.
Leeftijd: 15 jaar.
Lengte: 18 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, levend voer en groenvoer.
Aquariummaat: 100 cm.
Waterlaag: Onder.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: Paartje.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes:
Bijzonderheden: De Kwikwi is zeer vreedzaam en laat ook de planten met rust. Als ze echter gaan paaien kunnen ze zeer agressief worden. Kweken kan men dus beter in een aparte kweekbak doen. Deze vis wordt ook wel de Gevlekte pantsermeerval genoemd. Echter wordt de Corydoras paleatus ook zo genoemd, iets wat dus wat verwarrend over kan komen.
Kweekinfo: Een kweek met de Kwikwi is niet al te moeilijk, echter gebeurt het nogal eens dat de eitjes worden opgegeten.
Men heeft een ruime kweekbak nodig met een lage waterstand (ongeveer 20 tot 25 cm), want het is een schuimnestbouwer. Het is belangrijk om de kweekbak van voldoende ruimte te voorzien zodat het dier comfortabel kan leven en zich natuurlijk kan gedragen. Voorzie de kweekbak van planten met grote bladeren, aangezien het mannetje onder die bladeren een schuimnest zal bouwen. Deze bladeren bieden niet alleen een geschikte plaats voor het nest, maar zorgen ook voor een natuurlijk ogende omgeving. De kweekbak moet niet te fel verlicht worden, omdat deze dieren over het algemeen niet van sterke verlichting houden en daardoor gestrest kunnen raken. Overigens geldt dat ze anders ook niet van felle verlichting houden in hun dagelijkse omgeving. De temperatuur van het water moet 28 graden Celsius zijn, wat essentieel is voor een succesvolle kweek en een gezond milieu. Bovendien moet het water zacht zijn, aangezien dit belangrijk is voor de voortplanting en het welzijn van de vissen.
Als de eitjes zijn afgezet, dient men het vrouwtje direct uit de kweekbak te verwijderen. Het mannetje zorgt namelijk voor het nest en neemt deze taak zeer serieus. Hij kan zéér agressief worden als het vrouwtje nog in de kweekbak aanwezig is, omdat hij zijn nest en de eitjes instinctief wil beschermen. Dit gedrag is typisch voor deze soort en benadrukt het belang van het tijdig scheiden van het vrouwtje om stress en verwondingen te voorkomen. Door het vrouwtje te verwijderen, wordt een veilige en rustige omgeving gecreëerd voor het mannetje om zijn taak te vervullen.
Als de eitjes zijn uitgekomen en de jongen rond beginnen te zwemmen, dient men ook het mannetje uit de kweekbak te halen. Op dit punt hebben de jongen geen bescherming van het mannetje meer nodig, en zijn aanwezigheid kan de situatie verstoren. De jongen kunnen vervolgens worden opgekweekt met vloeibaar voedsel en fijn stofvoer, wat essentieel is voor hun ontwikkeling in de eerste levensfase. Hierna kan men geleidelijk Artemia-naupliën en watervlooien geven, die als een uitstekende bron van voedingsstoffen dienen om de jongen gezond te laten groeien. Deze opbouw in voeding zorgt ervoor dat de jonge vissen goed ontwikkelen en vitaal blijven.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 03-03-2025)