IUCN-status: Niet bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Jack Dempsey cichlide.

Wetenschappelijke naam: Rocio octofasciata.

Synoniemen: Heros octofasciatus, Archocentrus octofasciatus, Cichlasoma octofasciatum, Cichlasoma octofasciatus, Nandopsis octofasciata, Parapetenia octofasciata, Cichlasoma hedricki, Cichlosoma biocellatum, Cichlasoma biocellatum.

Oorsprong: Zuid-Mexico, Honduras, Belize en het schiereiland Yucatan.

Biotoop: Midden-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes worden groter dan de vrouwtjes en de vrouwtjes zijn donkerder van kleur en hebben minder spikkels dan de mannetjes.

Temperatuur: 22 - 25 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7.

GH: 5 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Gebruik harde planten maar veranker die wel goed. Drijfplanten zijn ook geschikt om te zorgen dat het licht gedempt wordt.

Bodembedekking: Gebruik zand of fijn afgerond grind want ze graven graag. Houtstronken, takken en stenen mogen ook niet vergeten worden.

Stroming: Normaal tot hard.

Leeftijd: 15 jaar.

Lengte: 16 tot 20 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 150 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Agressief.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 3 tot 5 dagen.

Bijzonderheden: Van de Jack Dempsey zijn talloze kweekvariëteiten bekend, met buitengewoon spectaculaire kleuren. Voor deze vis is een aquarium nodig dat stevig is ingericht met robuuste planten, aangevuld met rotsen en kienhout om voldoende schuilplaatsen te creëren. Het is aan te raden de planten in bloempotjes te plaatsen, omdat ze anders gemakkelijk worden losgewoeld. Als bodembedekking kunt u het beste kiezen voor zand of fijn, afgerond grind. Daarnaast is een krachtige filter essentieel, omdat deze vissen veel afval produceren en graag door het zand woelen. Jack Dempseys staan bekend om hun agressieve gedrag, vooral tijdens de broedperiode. Ze kunnen daarom uitsluitend samenleven met andere grote Cichlide-soorten. Zelfs dan blijft er echter een aanzienlijk risico op gevechten door hun territoriale instincten.

Kweekinfo: Het kweken met deze soort is vrij eenvoudig.

Het is aan te raden om eerst een groepje jonge vissen aan te schaffen. Uit deze groep zullen vanzelf één of meerdere koppels ontstaan, waarmee men vervolgens verder kan gaan kweken. Dit natuurlijke proces maakt het kweken een interessante en boeiende ervaring.

Voor de ei-afzetting wordt doorgaans een platte steen uitgekozen door de vissen. Deze steen wordt eerst grondig en zorgvuldig schoongepoetst. Vervolgens worden de eitjes op deze steen afgezet en bevrucht. Het aantal eitjes kan oplopen tot wel 800 stuks. Vanaf dit moment worden de beide ouders buitengewoon agressief tegenover alles wat ook maar in de buurt van de eitjes durft te komen. Na een periode van ongeveer 3 tot 5 dagen komen de eitjes uit. De jonge visjes zullen daarna intensief worden beschermd en met grote zorgvuldigheid worden verzorgd door beide ouders, wat een uniek en fascinerend proces is om te observeren.

Als de jongen eenmaal gaan rondzwemmen, wat meestal na ongeveer 3 dagen na het uitkomen van de eitjes is, kunnen ze worden opgekweekt met artemia-naupliën.