IUCN-status: Bedreigd (2022)

Nederlandse naam: Luipaardkikker Pleco, L134.

Wetenschappelijke naam: Peckoltia compta (L134).

Synoniemen: L134.

Oorsprong: Brazilië.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes krijgen meer odontes (haartjes) dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 24 - 28 graden Celsius.

pH: 5 tot 7,5.

GH: 4 tot 13.

Licht: Matig.

Beplanting: Normale beplanting.

Bodembedekking: Bij voorkeur fijn afgerond zand, eventueel is fijn afgerond grind ook een mogelijkheid. Stukken (kien)hout, stenen, rotsen en takken waarmee schuilplaatsen zijn gemaakt mogen zeker niet ontbreken.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: 6 tot 7 cm.

Voedsel: Alleseter met een voorkeur voor dierlijk voedsel.

Aquariummaat: 150 cm.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Solitair of paartje.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits het aquarium voldoende groot is.

Tijd voor uitkomen eitjes: Ongeveer 7 dagen, afhankelijk van de temperatuur.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken met deze soort kan bij de één makkelijk zijn en de ander zal er veel moeite voor moeten doen.

Het beste kan men ze in een aparte kweekbak houden zonder andere soorten, omdat dit de meest optimale omstandigheden biedt. Zorg ervoor dat er in de bak veel schuilplaatsen aanwezig zijn, zoals grotten, buizen en andere objecten, die net iets groter zijn dan de vissen zelf. Op deze manier creëer je een omgeving waarin de vissen zich veilig en comfortabel voelen, wat hun welzijn en gedrag ten goede komt.

Ververs dan het water met water dat iets koeler is, want dit stimuleert het natuurlijke gedrag van de vissen. Ook is het belangrijk dat de hardheid van het water iets omlaag gaat, zodat deze beter aansluit bij hun voorkeuren. Het vrouwtje zal vervolgens een grot uitkiezen die zij geschikt acht om haar eitjes in te leggen. Zodra dit is gebeurd, worden de eitjes door het mannetje bevrucht. Hierna zal het vrouwtje worden weggejaagd door het mannetje, die vanaf dat moment voor de eitjes zorgt en ze nauwgezet bewaakt.

Na ongeveer 7 dagen komen de jongen tevoorschijn uit de eitjes en leven ze nog zo'n week op hun dooierzak, die hen voorziet van noodzakelijke voedingsstoffen. Zodra de dooierzak is opgebruikt, kan men beginnen met het voeren van de jongen. Geef ze klein voer zoals Artemia-naupliën, fijngewreven droogvoer, Pleco voedertabletten en andere geschikte kleine voedselopties. Dit helpt hen bij een gezonde en snelle groei.