IUCN-status: Niet geëvalueerd

Nederlandse naam: Rode dwergcichlide.

Wetenschappelijke naam: Apistogramma agassizii fire red.

Synoniemen: Geophagus agassizii fire Red, Geophagus agassizii var. fire Red
Apistogramma parva sp. fire Red, Apistogramma parva fire Red.

Oorsprong: Colombia.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is niet alleen groter dan het vrouwtje, maar ook opvallender door zijn kleurrijke verschijning en verlengde vinstralen.

Temperatuur: 22 - 29 graden Celsius. In de natuur worden deze vissen blootgesteld aan wisselende temperaturen. Door dit ook in het aquarium na te bootsen, help je ze langer en gezonder te leven.

pH: 4 tot 7.

GH: 2 tot 8.

Licht: Zwak tot matig.

Beplanting: Houden van een dichte beplanting.

Bodembedekking: Een zanderige, donkere bodem heeft hun voorkeur.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 6 jaar.

Lengte: Vrouwtje 6 cm en mannetje 8 cm.

Voedsel: Klein levend voer, diepvriesvoer of droogvoer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Onder het midden.

Karakter: Vreedzaam van aard, hoewel mannetjes onderling soms vechtgedrag kunnen vertonen, vooral in een te klein aquarium.

Aantal: Paartje, één mannetje met twee of drie vrouwtjes of in een groep. In het geval van een groep is het belangrijk om minimaal drie mannetjes en het dubbele aantal vrouwtjes te hebben.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samengehouden met niet al te drukke vissen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 48 uur.

Bijzonderheden: De Rode Dwergcichlide (Apistogramma agassizii Fire Red) is een gekweekte variant van de Gele Dwergcichlide (Apistogramma agassizii). Het wordt afgeraden deze vis samen te houden met andere Apistogramma-soorten, omdat dit kan leiden tot kruising. Daarnaast is deze soort gevoelig voor nitriet en nitraat. Regelmatige gedeeltelijke waterverversing is daarom essentieel om de waterkwaliteit te waarborgen en de gezondheid van de vis te behouden.

Kweekinfo: De kweek met de Apistogramma agassizii fire red is best te doen.

Het water zal zacht en zuur moeten zijn, anders zal een succesvolle kweek zelden lukken. Het is essentieel om ervoor te zorgen dat de waterwaarden nauwkeurig in de gaten worden gehouden, aangezien een verkeerde waterkwaliteit de voortplanting aanzienlijk kan bemoeilijken.

Het is een holenbroeder, dus het is belangrijk om voldoende holletjes van stenen te maken of een paar halve kokosnoten strategisch in de bak te plaatsen. Wanneer het vrouwtje een mannetje accepteert, kiezen ze samen een geschikt holletje uit voor de ei-afzetting, waarbij tot wel 300 eitjes gelegd kunnen worden. Het vrouwtje zal de zorg voor de eitjes op zich nemen en het nest met toewijding bewaken, waarbij ook het mannetje vaak op afstand wordt gehouden. Daarbij kan ze behoorlijk agressief worden, vooral als andere vissen te dichtbij het holletje komen. Het mannetje heeft de taak om het territorium actief te verdedigen tegen indringende vissen. Zodra de jongen zijn uitgekomen, worden ze zorgvuldig overgebracht naar speciaal gegraven broedkuilen voor verdere bescherming.

Wanneer de jongen vrij gaan rondzwemmen, kunnen ze vanaf dat moment met Artemia-naupliën worden grootgebracht. Een dieet van Artemia-naupliën is essentieel voor hun groei en ontwikkeling in deze vroege levensfase.

A. trifasciata

A. viejita