© Foto: Bart de Neve
© Foto: Naomi Lieben
© Foto: Alexandra van Aalst
© Foto: Dave Leurs
© Foto: Hans Harreveld
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Nederlandse naam: Marmergoerami.
Wetenschappelijke naam: Trichopodus trichopterus marble.
Synoniemen:
Oorsprong: De Marmergoerami is een kweekvorm van de Blauwe Spat en komt dus niet in het wild voor. De oorspronkelijke soort komt uit Indonesië, Maleisië, Cambodja, Thailand, Vietnam en Myanmar.
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: Het mannetje is iets kleurrijker dan het vrouwtje. Bovendien loopt de rugvin van het mannetje uit in een punt en bij het vrouwtje is deze rond.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 7,5.
GH: 5 tot 16.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Zand of grind. Stukken (kien)hout en/of takken worden zeker op prijs gesteld.
Stroming: Zwak.
Leeftijd: 8 jaar.
Lengte: 8 tot 12 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer.
Aquariummaat: 100 cm.
Waterlaag: Midden.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Paartje.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: 24 tot 36 uur.
Bijzonderheden: Er zijn meerdere kweekvormen van deze vis. De Blauwe spat staat erom bekend dat hij Planaria eet. Planaria is een heel klein plat en bijna doorzichtig wormpje welke je wel eens ziet op de aquariumruit waar deze zich dan langzaam voortbeweegt. Heb je dus last van Planaria dan is ook de Marmergoerami de oplossing om er weer vanaf te komen.
Kweekinfo: De kweek van de Marmergoerami is redelijk eenvoudig.
Het moeilijkste zal ongetwijfeld zijn om een geschikt koppel te vinden. Wanneer u denkt een geschikt koppel te hebben gevonden, kunt u aan de slag gaan door de volgende stappen nauwkeurig op te volgen. Zorg ervoor dat u goed voorbereid bent, want elke stap is cruciaal voor een succesvol resultaat.
Voor een succesvolle kweek begint men met het kiezen van een kweekbak met een inhoud van ongeveer 40 liter. Deze kweekbak dient zorgvuldig te worden ingericht en met een laag water, die zo'n 12 tot 15 centimeter diep is, te worden gevuld. Het is van groot belang dat er in de kweekbak nauwelijks stroming aanwezig is, zodat de omstandigheden ideaal zijn. Daarnaast is het aan te raden om de kweekbak te voorzien van een aantal drijfplanten of andere planten waarvan de bladeren zich op het wateroppervlak bevinden. Deze planten spelen namelijk een belangrijke rol, omdat zij helpen het schuimnest dat het mannetje bouwt op zijn plaats te houden. Zodra het koppel in de kweekbak wordt geplaatst, is het essentieel om de temperatuur in de bak geleidelijk te verhogen. Dit proces duurt ongeveer drie dagen, waarbij de temperatuur stapsgewijs stijgt tot een stabiele 28 à 30 graden Celsius.
Het mannetje zal vervolgens veel tijd en energie besteden aan het bouwen van een stevig en functioneel schuimnest. De eitjes die uiteindelijk worden afgezet, zijn lichter dan water en blijven daardoor tussen het schuim drijven, wat zorgt voor extra bescherming. Na een indrukwekkende baltsperiode gaan de goerami's over tot de daadwerkelijke ei-afzetting, wat een bijzonder moment is. Het schuimnest kan tot wel 1000 tot zelfs 2000 eitjes bevatten, afhankelijk van het koppel en de omstandigheden. Zodra de eitjes zijn afgezet, is het noodzakelijk het vrouwtje uit de kweekbak te verwijderen. Dit is belangrijk, omdat het mannetje anders geneigd zal zijn haar voortdurend te verjagen of, in sommige gevallen, zelfs te proberen haar te doden. Het weghalen van het vrouwtje voorkomt deze problematische situatie.
Het mannetje neemt daarna de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de zorg en bewaking van het nest. Hij zal niet alleen de veiligheid van het nest waarborgen, maar ook gezonken eitjes oppakken met zijn bek en deze zorgvuldig terugbrengen naar het schuimnest. Dit gedrag is bijzonder en benadrukt het belang van de waterdiepte in de kweekbak. Met een diepte van slechts 12 à 15 centimeter hoeft het mannetje namelijk minder afstand af te leggen om de gezonken eitjes naar het nest terug te brengen, wat hem veel energie bespaart en de overlevingskansen van de eitjes vergroot.
Na een periode van ongeveer 24 tot 36 uur komen de jongen uit de eitjes tevoorschijn. Het is op dat moment noodzakelijk om ook het mannetje uit de kweekbak te halen. Als dit niet gebeurt, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de jonge visjes, omdat het mannetje zich anders mogelijk agressief kan gedragen.
Wanneer de jongen beginnen rond te zwemmen, kunnen ze gevoerd worden met speciaal voer. Geschikte opties zijn onder andere Liquifry, micro-aaltjes, pantoffeldiertjes en stofvoer, die ervoor zorgen dat de jongen de benodigde voedingsstoffen krijgen om goed te groeien en zich verder te ontwikkelen.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 02-03-2025)