IUCN-status: Niet bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Koperzalmpje.

Wetenschappelijke naam: Hasemania nana.

Synoniemen: Tetragonopterus nanus, Hemigrammus nanus, Hasemania marginata.

Oorsprong: Brazilië.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes hebben een koperen (rood/oranje) kleur terwijl vrouwtjes meer groen-gelig van kleur zijn. De mannetjes zijn ook slanker gebouwd dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 26 - 30 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 8 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte beplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking:  Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig.

Leeftijd: 4 jaar.

Lengte: 4 tot 5 cm.

Voedsel: Droogvoer en diepvriesvoer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minstens 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samen gehouden met niet al te grote vissen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 36 uur.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Om een kweek te laten slagen met het Koperzalmpje is niet makkelijk.

Als de pH, KH en GH waarden laag zijn, is het relatief eenvoudig om de vissen te laten paren. Toch heeft het nest vaak weinig kans van slagen, waardoor men op een andere manier te werk zal moeten gaan om succesvol te zijn. Zonder de juiste aanpak blijft het resultaat meestal teleurstellend.

Houd het mannetje en het vrouwtje gedurende 10 dagen strikt van elkaar gescheiden en geef ze in die periode dagelijks hoogwaardig levend voer om ze in optimale conditie te brengen. Daarna kan men ze voorzichtig samen in de reeds voorbereide kweekbak plaatsen, waar de omstandigheden ideaal zijn voor het paren.

Voor een succesvolle kweek heeft men een aparte kweekbak nodig. Deze hoeft niet bijzonder groot te zijn; een inhoud van 15 liter is voldoende. Zorg ervoor dat het water zacht is, met een GH die onder de 10 ligt, en een pH-waarde van ongeveer 6. Om deze waterwaarden stabiel te houden, kan men het beste gebruik maken van turf als filtermateriaal. Een constante temperatuur van 25 graden Celsius is het meest ideaal voor dit proces. Plaats de kweekbak op een donkere locatie, aangezien de vissen de eitjes meestal in schemerlicht afzetten. Leg in de kweekbak donker gekleurde acrylwol (ook wel synthetische wol genoemd) en pluis deze goed uit elkaar. In deze uitgeplozen wol worden doorgaans rond de 200 eitjes afgezet. Eventueel kan men ook Javamos gebruiken als alternatief voor de ei-afzetting. Zodra de eitjes zijn afgezet, is het belangrijk om de ouderdieren direct uit de kweekbak te verwijderen, anders zullen zij de eitjes waarschijnlijk weer opeten, wat het hele proces teniet doet.

Na ongeveer 24 tot 36 uur komen de eitjes uit. De jongen zijn extreem klein en dienen gevoerd te worden met het meest fijne en kleinste voer dat beschikbaar is. Gedurende de eerste paar dagen kan men ze infusoriën en pantoffeldiertjes geven, wat uitermate geschikt is voor hun formaat. Na ongeveer 8 dagen zijn de jongen groot genoeg om ook Artemia-naupliën te eten, wat een goede volgende stap in hun voeding is. Wanneer ze een leeftijd van 3 weken hebben bereikt, kan men beginnen met het geven van fijn stofvoer, wat een geschikte overgang vormt naar meer gangbare voeding.