Laatst bijgewerkt: 17 februari 2025

© Foto: Roy Eimekei

© Foto: Melissa Sibbing

© Foto: Mitchell Reimann

© Foto: Ed Overmars

IUCN-status: Niet bedreigd (2020)

Nederlandse naam: Boliviaanse antennebaars.

Wetenschappelijke naam: Mikrogeophagus altispinosus.

Synoniemen: Crenicara altispinosa, Microgeophagus altispinosus, Papiliochromis altispinosus.

Oorsprong: Zuid-Amerika (Bolivia, Brazilië).

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje heeft een slanker postuur en is iets kleiner dan het vrouwtje. Daarnaast hebben de mannetjes verlengde vinstralen bij de rug-, aars- en borstvinnen, terwijl deze vinnen bij het vrouwtje afgerond zijn.

Temperatuur: 22 - 29 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7.

GH: 4 tot 12.

Licht: Zwak tot matig.

Beplanting: Normale beplanting.

Bodembedekking: Een zanderige bodem heeft hun voorkeur.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: 7 tot 8 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Onder het midden.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Als paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, maar alleen als zijn medebewoners geen snelle eters zijn. Hij kan niet concurreren met drukke of gulzige vissen en loopt daardoor het risico om onvoldoende voedsel binnen te krijgen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 3 dagen.

Bijzonderheden: De Mikrogeophagus altispinosus is eenvoudiger te verzorgen dan zijn verwante soort, de Mikrogeophagus ramirezi. Daarnaast is het kweken van deze vissen minder ingewikkeld, al zijn ze qua kleuren iets minder opvallend.

Kweekinfo: De kweek met het Boliviaanse antennebaarsje is vrij makkelijk.

Zorg er allereerst goed voor dat de ouders in optimale conditie verkeren door ze zorgvuldig en gevarieerd te voeden. Bied voornamelijk levend voer aan, zoals zwarte muggenlarven, omdat dit niet alleen voedzaam is, maar ook de natuurlijke eiproductie bij het vrouwtje flink stimuleert. Deze vissen zijn bi-parentale substraatbroeders, wat inhoudt dat ze hun eitjes op verschillende plekken kunnen leggen, zoals op de bladeren van een plant, een gladde steen, een omgekeerd bloempotje of zelfs in een zorgvuldig gegraven kuiltje in het zand.

Het water waarin ze leven, moet kristalhelder zijn en bij voorkeur gefilterd worden over turf om de kwaliteit hoog te houden. Dit zorgt er niet alleen voor dat het water zuiver blijft, maar helpt ook schimmelvorming op de tere eitjes effectief te voorkomen. Een legsel bestaat doorgaans uit 100 tot 300 eitjes, afhankelijk van de leeftijd en gezondheid van het vrouwtje. Het vrouwtje bewaakt het broedsel nauwgezet, maar wanneer zij even gaat eten of rusten, neemt het mannetje tijdelijk de zorg over. Zodra zij terugkeert, richt het mannetje zich weer op het op afstand houden van andere vissen die mogelijk een bedreiging voor het nest vormen.

Na het afzetten van de eitjes zorgen beide ouders samen vol toewijding voor de bescherming en verzorging ervan. Zodra de eitjes zijn uitgekomen, verplaatsen de ouders het nest soms meerdere keren door de jongen voorzichtig en zonder schade in hun bek te nemen. Dit gedrag is bedoeld om de jongen beter te beschermen tegen gevaren. Vier tot vijf dagen na het uitkomen beginnen de larven zelfstandig te zwemmen en kunnen ze gevoerd worden met Artemia-naupliën, die een uitstekende voedingsbron vormen. Let er echter goed op om niet te veel voer te geven, omdat dit het water snel kan vervuilen en de waterkwaliteit kan verslechteren. Deze jonge visjes zijn hier erg gevoelig voor en kunnen ziek worden van vervuild water.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 17-02-2025)

Rating: 4.6666666666667 sterren
3 stemmen