Laatst bijgewerkt: 20 februari 2025

© Foto: Carolien Nemec

IUCN-status: Niet bedreigd (2006)

Nederlandse naam: Neolamprologus leleupi.

Wetenschappelijke naam: Neolamprologus leleupi.

Synoniemen: Lamprologus leleupi melas, Neolamprologus leleupi melas, Lamprologus leleupi, Lamprologus leleupi leleupi, Neolamprologus leleupi leleupi.

Oorsprong: Afrika in het Tanganyika meer.

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Erg moeilijk te zien, maar volwassen mannetjes worden (soms) iets groter dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 24 - 26 graden Celsius.

pH: 8,5 tot 9.

GH: 7 tot 11.

Licht: Normaal.

Beplanting: Niet noodzakelijk.

Bodembedekking: Bij voorkeur een licht gekleurde zandbodem maar grind is ook geschikt want hij graaft nooit. Verder de bak inrichten met veel stenen en vooral grotten want daar zitten ze graag in.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 10 jaar.

Lengte: 10 tot 12 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, maar vooral levend voer.

Aquariummaat: 80 cm voor 1 paartje.

Waterlaag: Onder en midden.

Karakter: Ze hebben wel een fel karakter maar kunnen prima met de meeste andere Tanganyika cichliden worden samen gehouden mits het aquarium voldoende groot is.

Aantal: Paartje of een mannetje met meerdere vrouwtjes.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 2 tot 4 dagen.

Bijzonderheden: Richt het aquarium in met veel rotsen, daar maken ze hun territorium.

Kweekinfo: Niet al te moeilijk.

Vaak merkt men niet eens dat ze eitjes hebben, tenzij er andere vissen in het aquarium aanwezig zijn; die worden dan zeer fanatiek door het koppel verjaagd. Het vrouwtje zorgt heel nauwgezet voor de eitjes, terwijl het mannetje zich volledig richt op het verdedigen van het territorium. De eitjes worden meestal in een donkere grot gelegd en daar netjes tegen het plafond afgezet, wat een fascinerend proces is om te observeren.

Het nest bevat doorgaans ongeveer 100 eitjes, hoewel het soms meer kan zijn, afhankelijk van meerdere factoren. De eitjes komen doorgaans na 2 tot 4 dagen uit, waarna de jongen op de bodem van hun grot blijven zitten, beschermd door de ouders. Na ongeveer een week beginnen de jongen vrij rond te zwemmen in het aquarium, en beide ouders verzorgen om de beurt hun nageslacht totdat ze bijna volledig volgroeid zijn. De jongen kunnen gevoerd worden met fijn stofvoer en net uitgekomen Artemia, wat hun groei aanzienlijk stimuleert. Zodra ze bijna volgroeid zijn, is het verstandig om hen apart te zetten, zodat eventuele conflicten of ruzies met de ouders voorkomen kunnen worden.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 20-02-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen