Laatst bijgewerkt: 25 februari 2025
© Foto: Bart de Neve
© Foto: Anita Van Drunen - de Wagt
© Foto: Anita Van Drunen - de Wagt
© Foto: Femke Meijer
IUCN-status: Niet geëvalueerd
Nederlandse naam: Diamantzalm.
Wetenschappelijke naam: Moenkhausia pittieri.
Synoniemen: Opisthanodus haerteli.
Oorsprong: Zuid-Amerika (Venezuela). De Diamantzalm komt van oorsprong uit Venezuela, helaas worden ze daar nog zelden waargenomen door vervuiling van het water.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes hebben veel langere vinnen dan de vrouwtjes. Hoe ouder de mannetjes worden hoe langer de vinnen zullen uitgroeien.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 6 tot 6,5.
GH: 5 tot 12.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte beplanting en ook wat drijfplanten.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 5 tot 6 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.
Aquariummaat: Minimaal 80 cm.
Waterlaag: Onder het midden.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minstens 10 vissen, liever meer.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 3 dagen.
Bijzonderheden: Het water mag niet te hard zijn, daar de vissen dan niet oud zullen worden. Hij houdt van gedempt licht en men kan het beste filteren over turf zodat het water niet te hard wordt.
Kweekinfo: Het kweken van de Diamantzalm is vrij eenvoudig.
Het water in de kweekbak moet een constante temperatuur hebben van 26 graden Celsius om de ideale omstandigheden te creëren. In de kweekbak kan men het beste een afzetmop plaatsen waartussen de eitjes veilig en ongestoord kunnen worden afgezet. Ook fijnbladige planten zijn zeer geschikt en kunnen prima worden gebruikt voor het afzetten van de eitjes. Vooral Javamos is hierbij bijzonder populair en wordt door de vissen zeer gewaardeerd als afzetplaats. De pH-waarde van het water moet stabiel rond de 6 liggen en de GH-waarde moet minder dan 4 zijn om een goed kweekresultaat te kunnen garanderen. Voer de ouders overvloedig met levend voer, zoals muggenlarven of watervlooien, zodat ze in optimale conditie komen voor de kweek en paring. Het is ook belangrijk dat de kweekbak wordt verduisterd, omdat het licht de vissen kan afleiden of ervoor kan zorgen dat ze niet zullen paren.
Na de ei-afzetting moeten de ouders zo snel mogelijk uit de kweekbak worden gehaald, omdat ze anders de eitjes zullen opeten, wat uiteraard ongewenst is. Er kunnen wel tot 500 eitjes worden gelegd, wat een aanzienlijke hoeveelheid is. Het duurt meestal ongeveer 3 dagen voordat de eitjes beginnen uit te komen en de jonge visjes tevoorschijn komen. Als de jongen eenmaal beginnen te zwemmen, meestal na ongeveer 2 dagen na het uitkomen, kunnen ze gevoerd worden met fijn stofvoer. Later kan dit voer worden aangevuld met Artemia-naupliën, kleine watervlooien en net uitgekomen pekelkreeftjes, die allemaal een uitstekende voedingsbron vormen voor de jonge vissen.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 25-02-2025)