IUCN-status: Niet bedreigd (2011)
Nederlandse naam: Kleine Knorgoerami of Dwergknorgoerami.
Wetenschappelijke naam: Trichopsis pumila.
Synoniemen: Trichopsis pumilus, Ctenops pumilus, Trichopsis pumilis.
Oorsprong: Sumatra, Thailand, Vietnam en ZO-Azië.
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: Lastig te zien, ook al door hun kleine formaat. Doch het mannetje is iets kleurrijker en heeft wat langere vinnen dan het vrouwtje.
Temperatuur: 23 - 27 graden Celsius. In de natuur hebben deze visjes te maken met schommelende temperaturen. Zorg ervoor dat dat ook in het aquarium het geval is anders leven ze niet erg lang.
pH: 6 tot 7.
GH: 5 tot 8.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Zand of grind bij voorkeur in een donkere kleur. Stukken (kien)hout, rotsen en/of takken worden zeker op prijs gesteld.
Stroming: Zwak.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 3 tot 4 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en vooral klein levend voer.
Aquariummaat: 50 cm.
Waterlaag: Midden.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: 1 mannetje met meerdere vrouwtjes of een grote groep.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samengehouden met kleine en rustige soorten.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 48 uur.
Bijzonderheden: Dit bijzondere visje zie je zelden in een aquariumspeciaalzaak. Als ze er al zijn, vallen ze nauwelijks op in de kale winkelbakken. In dat sobere decor hebben ze vaak een grijze kleur met een iets donkerdere streep over hun lichaam. Pas in een goed ingericht aquarium komen hun prachtige kleuren echt tot leven, en veranderen ze in ware blikvangers. De naam "Knorgoerami" hebben ze te danken aan de knorrende geluidjes die ze maken tijdens de balts.
Kweekinfo: Het kweken met de Kleine Knorgoerami is erg lastig.
Het moeilijkste is gelijk al om een geschikt koppeltje te vinden, daar het verschil tussen mannetje en vrouwtje erg moeilijk te zien is. Mocht dit toch gelukt zijn, plaats ze dan in een aparte kweekbak met ongeveer 10 centimeter water erin. Dit water dient volledig stil te staan; er mag absoluut geen stroming in het water zijn, omdat anders het schuimnest kapot gaat en de voortplanting niet succesvol zal verlopen.
Begint het mannetje eenmaal aan de bouw van het schuimnest, dan ziet dat nest er in het begin zeer slordig en rommelig uit. Er worden doorgaans ongeveer 170 eitjes in het schuimnest gelegd, wat relatief veel is, en het mannetje bewaakt en verzorgt het nest uiterst zorgvuldig. Tijdens de balts maken deze vissen knorrende geluidjes, wat de reden is dat ze in het Nederlands de naam Knorgoerami hebben gekregen. Het zijn doorgaans vredelievende visjes, maar tijdens het bewaken van het schuimnest kan het mannetje behoorlijk agressief uit de hoek komen om zijn kroost te beschermen.
De eitjes komen al na 2 dagen uit, wat een zeer korte tijd is, en vrij snel daarna gaan de jongen vrij rondzwemmen in het water. In de natuur leven de jongen voornamelijk van zéér kleine prooien die overvloedig aanwezig zijn in groen water. Ook kan men groene algenflappen uitknijpen waarin deze kleine prooien vaak in grote aantallen aanwezig zijn. Later kan men de jongen gaan voeren met pantoffeldiertjes en pas uitgekomen Artemia-naupliën. Het zal echter een hele uitdaging zijn om de kleintjes zonder problemen groot te brengen, aangezien ze erg fragiel en kwetsbaar zijn in de eerste weken van hun leven.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 01-03-2025)