IUCN-status: Niet geëvalueerd

Nederlandse naam: Gouden panchax.

Wetenschappelijke naam: Aplocheilus Lineatus gold.

Synoniemen:

Oorsprong: India en Ceylon. De "gold" is echter een kweeksoort van de Aplocheilus Lineatus en komt dus in de natuur niet voor.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: De Mannetjes zijn kleurrijker en wat groter dan de vrouwtjes. Ook hebben de mannetjes verlengde vinnen.

Temperatuur: 22 - 29 graden Celsius.

pH: 6 tot 6,9.

GH: 8 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte beplanting maar zorg wel dat er voldoende zwemruimte over blijft. Drijfplanten worden ook op prijs gesteld en dan kan de verlichting wat sterker.

Bodembedekking: Zand of grind.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: 3 jaar.

Lengte: Mannetjes tot 10 cm en de vrouwtjes tot 9 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, klein levend voer.

Aquariummaat: 100 cm.

Waterlaag: Boven het midden.

Karakter: Redelijk vreedzaam, behalve de mannetjes onderling. Denk er wel om dat het rovers zijn en alles wat in hun bek past zullen ze opeten.

Aantal: 1 mannetje met 2 of meerdere vrouwtjes. Mannetjes onderling gaan vechten.

Geschikt voor: Beginner met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Kan, maar alleen als de medebewoners dezelfde grootte hebben.

Tijd voor uitkomen eitjes: 12 tot 14 dagen.

Bijzonderheden: Het is beter om deze vissen niet samen te houden met andere killivissen, omdat ze kunnen kruisen. Let er daarnaast op dat het uitstekende springers zijn, dus zorg voor een goed afgesloten aquarium.

Kweekinfo: Het kweken is niet al te moeilijk, ook niet in een gezelschapsaquarium.

Om dat echter volledig voor elkaar te krijgen, is het noodzakelijk dat de temperatuur wordt verhoogd naar een niveau van ongeveer 28 graden Celsius. Dit zorgt ervoor dat de omstandigheden optimaal zijn en het proces goed kan verlopen.

Als de eitjes eenmaal gelegd zijn, kan men ze het beste direct uit het aquarium halen en zorgvuldig in broedschalen leggen om ze beter te beschermen. De jongen verschijnen na een periode van 12 tot 14 dagen en kunnen vervolgens worden opgevoed met infusoria of zeer fijn stofvoer van goede kwaliteit. Daarna kan men ze beginnen te voeren met kleine Artemia-naupliën om hun groei verder te ondersteunen en te bevorderen.