Laatst bijgewerkt: 24 februari 2025

© Foto: Hans Arissen

IUCN-status: Onzeker (2010)

Nederlandse naam: Odessa barbeel.

Wetenschappelijke naam: Pethia padamya.

Synoniemen: Puntius padamya.

Oorsprong: Zuidoost-Azië (Myanmar).

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: De mannetjes zijn feller van kleur en slanker dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 16 - 25 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 8,5.

GH: 5 tot 20.

Licht: Normaal.

Beplanting: Normale tot dichte beplanting.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte:  4 tot 5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Alle waterlagen.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 5, liever 10 stuks.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, het zijn echter actieve zwemmers, dus beter niet samen houden met schuwe soorten.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 48 uur.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met de Odessa barbeel is makkelijk.

Gebruik een kweekbak met op de bodem 2 of 3 lagen knikkers, zodat de eitjes na de afzetting veilig tussen de knikkers kunnen vallen. Hierdoor hebben de ouders geen kans om de eitjes op te eten. Het is belangrijk om op de knikkers een flinke hoeveelheid Javamos te leggen, dit biedt extra beschutting en verhoogt de veiligheid van de eitjes. De kweekbak kan bij voorkeur het beste worden geplaatst op een plek waar deze 's ochtends in de zon staat, aangezien ochtendzon vaak voor een stabiele temperatuur en goede omstandigheden zorgt.

Geef de barbelen, voordat ze in de kweekbak worden geplaatst, gedurende een week voldoende eiwitrijk voedsel om hen goed voor te bereiden. Dit zal de productie van eitjes bij het vrouwtje stimuleren en op gang brengen, wat essentieel is voor een succesvolle kweek.

Wanneer u uw schooltje barbelen observeert, zult u vrijwel zeker een koppeltje kunnen herkennen, omdat ze elkaar steeds zullen opzoeken en samen blijven. Plaats dat koppeltje in de avond in de kweekbak, zodat ze in een rustige omgeving kunnen acclimatiseren. Vaak zetten ze al de volgende ochtend de eitjes af, en meestal gaat het om een hoeveelheid van 200 tot 300 eitjes. Na de afzetting van de eitjes kunt u de ouders verwijderen, want hun taak zit er op dat moment op. De jongen zullen na ongeveer 24 tot 48 uur uitkomen. Wanneer de jonge visjes beginnen te zwemmen (meestal 24 uur later), kunt u ze gaan voeren met infusiediertjes, fijn stofvoer en later met Artemia-naupliën en microwormen, zodat ze voldoende voedingsstoffen binnenkrijgen voor een goede groei en ontwikkeling.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 24-02-2025)

Rating: 0 sterren
0 stemmen