IUCN-status: Onzeker (2010)
Nederlandse naam: Odessa barbeel.
Wetenschappelijke naam: Pethia padamya.
Synoniemen: Puntius padamya.
Oorsprong: Zuidoost-Azië (Myanmar).
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: De mannetjes zijn feller van kleur en slanker dan de vrouwtjes.
Temperatuur: 16 - 25 graden Celsius.
pH: 6,5 tot 8,5.
GH: 5 tot 20.
Licht: Normaal.
Beplanting: Normale tot dichte beplanting.
Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Matig tot sterk.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 4 tot 5 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.
Aquariummaat: 80 cm.
Waterlaag: Alle waterlagen.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minimaal 5, liever 10 stuks.
Geschikt voor: Beginners.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, het zijn echter actieve zwemmers, dus beter niet samen houden met schuwe soorten.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 48 uur.
Bijzonderheden:
Kweekinfo: Het kweken met de Odessa barbeel is makkelijk.
Gebruik een kweekbak met op de bodem 2 of 3 lagen knikkers, daar kunnen de eitjes tussen vallen na de afzetting zodat de ouders ze niet op kunnen eten. Leg op de knikkers een flinke hoeveelheid Javamos. De kweekbak kan het best op een plaats worden gezet waar deze in de ochtendzon staat.
Geef de barbelen, voor ze in de kweekbak worden geplaatst, een week lang voldoende eiwitrijk voedsel. Dat zal de ei productie bij het vrouwtje op gang brengen.
Als u uw schooltje barbelen bekijkt vindt u vast wel een koppeltje want ze zullen elkaar steeds opzoeken. Plaats dat koppeltje 's avonds in de kweekbak. Vaak zetten ze dan de volgende ochtend de eitjes af, dat zijn er meestal tussen de 200 en 300 stuks. Na de ei afzetting kunt u de ouders verwijderen, hun taak zit er nu op. De jongen komen na ongeveer 24 tot 48 uur uit. Als ze gaan zwemmen (ongeveer 24 uur later) kan men ze voeren met infusiediertjes, stofvoer en later met Artemia-naupliën en microwormen.