© Foto: Ed Overmars

Naam: Keizerbaars nyassae.

Wetenschappelijke naam: Aulonocara nyassae.

Synoniemen: Aulonocara nyasensis.

Oorsprong: Afrika (Malawi Meer).

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn groter, forser gebouwd en kleurrijker dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 7,5 tot 8.

GH: 4 tot 10.

Licht: Normaal.

Beplanting: Niet noodzakelijk.

Bodembedekking: Bij voorkeur een fijne zandbodem. Verder de bak inrichten met stenen en grotten maar zorg wel dat er veel zwemruimte overblijft want het is een levendige zwemmer.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 10 tot 12 jaar.

Lengte: Vrouwtjes tot 12 cm en mannetjes tot 15 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 150 cm.

Waterlaag: Overal.

Karakter: Vreedzaam, mits samengehouden met niet al te kleine vissen. Mannetjes onderling gaan vechten, dus maar 1 mannetje houden.

Aantal: 1 mannetje met meerdere vrouwtjes.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitspugen eitjes: 3 weken.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken met deze soort is vrij makkelijk.

 

Deze soort is een vruchtbare soort die niet in een speciale kweekbak gehouden hoeft te worden. De ideale kweekgroep bestaat uit één mannetje met vier vrouwtjes. Als een vrouwtje dan een bekje vol eitjes heeft kan hij zijn aandacht richten op de andere drie vrouwtjes.

 

Tijdens de paring slooft het mannetje zich flink uit en zijn zijn kleuren op hun mooist, daarna zal hij het vrouwtje door middel van trillende bewegingen naar de paar plek lokken, meestal is dat gewoon een plekje in het zand.

De eitjes worden bevrucht met de eivlek methode waarna het vrouwtje de eitjes in haar muil opneemt om ze uit te broeden (maternale muilbroeder). Het nest bevat meestal ongeveer 40 eitjes. De uitgebroede jongen worden na ongeveer drie weken uitgespuugd en niet meer in de muil toegelaten. Ook niet als er gevaar dreigt. Ze zullen vanaf dan voor zichzelf moeten zorgen.


De jongen kunnen direct gevoerd worden met fijn gewreven vlokvoer en Artemia-naupliën.