IUCN-status: Niet bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Bronzen pantsermeerval.

Wetenschappelijke naam: Osteogaster aeneus.

Synoniemen: Hoplosoma aeneum, Callichthys aeneus, Corydoras aeheus, Corydoras aenaeus, Corydoras microps, Corydoras venezuelanus, Corydoras macrosteus, Corydoras schultzei, Corydoras schulzei, Corydoras aeneus.

Oorsprong: Zuid-Amerika.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen vrouwtjes zijn voller gebouwd en worden iets groter dan het mannetje.

Temperatuur: 18 - 23 graden Celsius.

pH: 6 tot 7,5.

GH: 5 tot 20.

Licht: Normaal.

Beplanting: Normale beplanting, bij gebruik van drijfplanten er wel voor zorgen dat er grote open stukken zijn waar ze lucht kunnen happen.

Bodembedekking: Gebruik fijn afgerond zand anders kunnen hun baardharen beschadigen. Verder de bak inrichten met schuilholen, kienhout, grotten en stenen.

Stroming: Matig tot hard.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: Mannetje 6,5 cm en vrouwtje 7 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, groenvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Bodembewoner.

Karakter: Vreedzaam.

Aantal: Groepsvis, minimaal 6.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits er voldoende schuilplaatsen aanwezig zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 2 tot 3 dagen.

Bijzonderheden: 

Kweekinfo: Het kweken van deze soort is vrij makkelijk.

Neem altijd een aparte kweekbak om het allerbeste kweekresultaat te behalen en zorg ervoor dat deze ingericht is voor optimale omstandigheden. Plaats 2 mannetjes samen met 1 vrouwtje in de kweekbak. Indien je het geslacht van de vissen niet met zekerheid kunt bepalen, kun je ook een klein groepje van 5 vissen in de kweekbak plaatsen. Dit biedt een goede balans en vergroot de kans op een succesvolle kweek. Voer de vissen gedurende een hele week met zéér gevarieerd voer dat rijk is aan voedingsstoffen; dit betekent ook het aanbieden van levend voer om de gezondheid en voortplantingsbereidheid van de vissen te stimuleren. Daarna kun je de temperatuur geleidelijk aan laten zakken tot ongeveer 19 graden Celsius. Een andere methode is om een deel van het water te verversen en te vervangen door koel of koud water, wat eveneens gunstig is voor het kweekproces.

De vissen zullen vaak al diezelfde nacht of de nacht erna overgaan tot het afzetten van eitjes, mits de omstandigheden optimaal zijn. Zodra één of meerdere vrouwtjes beginnen met het afzetten van eitjes, volgen de andere vissen vrijwel direct en nemen zij ook deel aan dit proces. Dit zet een cyclus in gang waarbij alle vissen betrokken raken, zelfs als een vis zelf geen eitjes produceert. Wanneer de eitjes eenmaal zijn afgezet, is het van groot belang om de volwassen vissen direct te verwijderen uit de kweekbak. Laat je de vissen in de bak, dan zullen ze de eitjes waarschijnlijk opeten, wat het kweekproces tenietdoet. Zorg er daarna voor dat de verlichting in de kweekbak niet te fel is, want te veel licht kan ervoor zorgen dat de eitjes beschimmelen, wat de overlevingskans van het nageslacht vermindert.

De eitjes hebben ongeveer 2 tot 3 dagen nodig om uit te komen, afhankelijk van de omstandigheden. Zodra de jonge visjes zijn uitgekomen, kun je deze het beste voeren met kleine, voedzame ongewervelden zoals Cyclops en Artemia-naupliën. Deze organismen zijn ideaal voor de jonge visjes omdat ze klein genoeg zijn om op te eten en essentiële voedingsstoffen bevatten die belangrijk zijn voor een goede groei en ontwikkeling van de jongen.