Laatst bijgewerkt: 18 februari 2025

© Foto's: Ed Overmars

IUCN-status: Niet geëvalueerd

Nederlandse naam: Lucanusi dwergcichlide.

Wetenschappelijke naam: Enigmatochromis lucanusi.

Synoniemen: 

Oorsprong: Guinea.

Biotoop: Afrikaans.

Geslachtsonderscheid: De vrouwtjes van deze soort hebben een opvallende neonblauwe, glanzende rugvin, die bovendien wordt gekenmerkt door een zwarte vlek. De mannetjes daarentegen hebben een geheel ander kleurenpatroon. Bij hen zijn de bovenste helft van de staartvin en het zachte straalvormige deel van de rugvin bedekt met talrijke vlekken. Wat beide geslachten gemeen hebben, is de doorgaans aanwezige donkere lengtestreep over hun lichaam.

Temperatuur: 24 graden Celsius.

pH: 5,8.

GH: 7 tot 10.

Licht: Matig.

Beplanting: Goed beplant aquarium.

Bodembedekking: Een zanderige bodem.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: 4,5 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 80 cm.

Waterlaag: Onder.

Karakter: Vreedzaam, uitgezonderd in de paartijd als ze een nest hebben.

Aantal: Per paartje.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits er geen kleine vissen bij zitten.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 2 of 3 dagen.

Bijzonderheden: Deze vis heette voor 2009 Pelvicachromis sp. 'Blue Fin'. Uit later onderzoek en verdere analyse bleek het echter toch een ander soort te zijn dan aanvankelijk werd gedacht, en daarom kreeg de vis uiteindelijk zijn huidige naam toegewezen.

Kweekinfo: Het kweken met de Lucanusi dwergcichlide is vrij makkelijk.

Ze kunnen gewoon in een gezelschapsaquarium worden gehouden voor de kweek, mits deze groot genoeg is en voldoende schuilplaatsen biedt. Voor optimale omstandigheden kan echter ook gekozen worden voor een speciaal ingerichte kweekbak.

De eitjes worden in een holletje afgezet en zorgvuldig bewaakt door beide ouders, die om beurten over de eitjes waken om ze te beschermen tegen mogelijke bedreigingen. Na ongeveer 3 dagen komen de larven tevoorschijn, waarna ze zich nog eens 8 tot 9 dagen verder ontwikkelen totdat ze vrij rondzwemmen. Men kan op dat moment beginnen met het voeren van Artemia-naupliën, die een uitstekende voedingsbron vormen voor de jonge visjes. In een gezelschapsaquarium zal doorgaans voldoende voedsel op de bodem aanwezig zijn, aangezien deze vissen echte alleseters zijn en weinig kieskeurig wat betreft hun dieet. De jongen worden gedurende een periode van circa 5 tot 6 weken intensief bewaakt door beide ouders, waarbij vooral het mannetje opvalt door een typische zwarte streep die hij in deze tijd kan vertonen.


Hoe nuttig vond u dit artikel?

Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.

(Plaatsing star-rating 18-02-2025)

Rating: 5 sterren
1 stem