Laatst bijgewerkt: 21 februari 2025
IUCN-status: Niet bedreigd (2020)
Nederlandse naam: Ringstaart snoekcichlide.
Wetenschappelijke naam: Crenicichla saxatilis.
Synoniemen: Sparus saxatilis, Sparus biocellatus, Sparus pavo, Scarus pavoninus.
Oorsprong: Suriname, Frans Guyana, Guyana, Venezuela en Trinidad.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: De volwassen mannetjes zijn wat groter dan de vrouwtjes en de kleine witte stippen zijn wat opvallender.
Temperatuur: 25 - 30 graden Celsius.
pH: 7 tot 7,5.
GH: 8 tot 12.
Licht: Matig tot normaal.
Beplanting: Zorg voor wat sterke planten.
Bodembedekking: Zand of afgerond grind. Ook hout, stenen en grotten mogen niet ontbreken.
Stroming: Matig tot normaal.
Leeftijd: 8 jaar.
Lengte: Tot 20 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.
Aquariummaat: 200 cm.
Waterlaag: Midden en onder.
Karakter: Zeer agressief.
Aantal: Paartje.
Geschikt voor: Ervaren aquariaan.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 4 tot 6 dagen.
Bijzonderheden: Ringstaart snoekcichliden staan bekend om hun sterke onderlinge agressie, waardoor ze uitsluitend in paartjes kunnen worden gehouden. Hoewel het mogelijk is ze samen met andere vissen te houden, is het belangrijk dat deze medebewoners vergelijkbaar van grootte zijn. Zorg ervoor dat het aquarium rijkelijk is ingericht met schuilplaatsen en grotten om een veilige omgeving te creëren.
Kweekinfo: Niet al te moeilijk als men een paartje heeft.
Als men van plan is met deze soort te gaan kweken, is het aan te raden om een zestal jonge exemplaren aan te schaffen, zodat zich hieruit op natuurlijke wijze een koppel kan vormen.
Zodra er zich een koppel heeft gevormd, is het noodzakelijk om de overige vissen uit het aquarium te verwijderen om stress en verstoring van het paar te voorkomen. Er worden doorgaans tussen de 300 en 400 eitjes afgezet in een groot, geschikt hol dat de vissen hebben uitgekozen. Na een periode van 4 tot 6 dagen komen de eitjes uit, en na ongeveer nog eens 5 dagen beginnen de jongen vrij rond te zwemmen. Tot dit tijdstip wordt de zorg voor het nest en de jongen voornamelijk door het vrouwtje uitgevoerd, maar vanaf het moment dat de jongen gaan zwemmen, neemt ook het mannetje een actieve rol in de broedzorg op zich.
De jongen kunnen op een verantwoorde manier worden grootgebracht door ze te voeden met Artemia-naupliën, wat een uitstekende startvoeding voor hen is.
Hoe nuttig vond u dit artikel?
Klik op een ster om jouw beoordeling achter te laten.
(Plaatsing star-rating 21-02-2025)