© Foto: Richard Verh

IUCN-status: Niet bedreigd (2020)

Nederlandse naam: Ringstaart snoekcichlide.

Wetenschappelijke naam: Crenicichla saxatilis.

Synoniemen: Sparus saxatilis, Sparus biocellatus, Sparus pavo, Scarus pavoninus.

Oorsprong: Suriname, Frans Guyana, Guyana, Venezuela en Trinidad.

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: De volwassen mannetjes zijn wat groter dan de vrouwtjes en de kleine witte stippen zijn wat opvallender.

Temperatuur: 25 - 30 graden Celsius.

pH: 7 tot 7,5.

GH: 8 tot 12.

Licht: Matig tot normaal.

Beplanting: Zorg voor wat sterke planten.

Bodembedekking: Zand of afgerond grind. Ook hout, stenen en grotten mogen niet ontbreken.

Stroming: Matig tot normaal.

Leeftijd: 8 jaar.

Lengte: Tot 20 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 200 cm.

Waterlaag: Midden en onder.

Karakter: Zeer agressief.

Aantal: Paartje.

Geschikt voor: Ervaren aquariaan.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 4 tot 6 dagen.

Bijzonderheden: Daar de vissen onderling zeer agressief zijn kan men ze alleen als een paartje houden. Samen houden met andere vissen kan, maar deze moeten dan wel ongeveer dezelfde grootte hebben als de Ringstaart snoekcichlide. Het aquarium moet altijd zijn voorzien van zeer veel schuilplaatsen en grotten.

Kweekinfo: Niet al te moeilijk als men een paartje heeft.

Als men met deze soort wil gaan kweken is het verstandig een zestal jonge exemplaren aan te schaffen zodat zich hieruit een koppel kan vormen. Heeft zich een koppel gevormd dan moeten de overige vissen verwijderd worden. Er worden tussen de 300 en 400 eitjes afgezet in een groot hol.  Na 4 tot 6 dagen komen de eitjes uit en na nog eens 5 dagen gaan de jongen vrij zwemmen.  Tot dit tijdstip wordt de broedzorg voornamelijk door het vrouwtje gedaan, maar hierna neemt ook het mannetje aan de broedzorg deel.  De jongen kunnen worden groot gebracht met Artemia-naupliën.