IUCN-status: Onzeker (2011)

Nederlandse naam: Smaragd betta.

Wetenschappelijke naam: Betta smaragdina.

Synoniemen:

Oorsprong: Thailand.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Mannetjes zijn veel kleurrijker. 

Temperatuur: 24 - 27 graden Celsius.

pH: 6 tot 8.

GH: 5 tot 20.

Licht: Zwak.

Beplanting: Dichte beplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking: Zand of grind. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak.

Leeftijd: Onbekend.

Lengte: 7 cm.

Voedsel: Droogvoer, groenvoer, diepvriesvoer en fijn levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Boven en midden.

Karakter: Mannetjes zijn enorm agressief tegenover elkaar en vechten vaak net zo lang door totdat er één dood is, ook het mannelijke Guppy willen ze nog wel eens flink toetakelen want die zien ze soms als concurrent (vanwege de kleuren).

Aantal: 1 mannetjes met 2 of meerdere vrouwtjes.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Kan wel, maar let er dan wel op dat men er geen vinnenbijters zoals Sumatranen bij plaatst.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 1 tot 2 dagen.

Bijzonderheden: Plaats nooit 2 mannetjes bij elkaar in hetzelfde aquarium, ze gaan vechten totdat één dood is (ook in een groot aquarium). Richt het aquarium in met veel planten en ook met drijfplanten waar ze hun nest kunnen maken. Ze houden niet van stroming.

​

Kweekinfo: De kweek van de Smaragd Betta is redelijk eenvoudig.

Het mannetje maakt een schuimnest tussen de drijfplanten, wat een essentieel onderdeel is van het kweekproces. Zorg ervoor dat er absoluut geen stroming in de kweekbak aanwezig is, aangezien dit het schuimnest kan beschadigen of verstoren. Net voor de kweekperiode is het aan te raden om de vissen extra goed te voeren met voedzame Zwarte muggenlarven, zodat ze in optimale conditie zijn. Voer de temperatuur in de kweekbak langzaam en gecontroleerd op naar ongeveer 29 tot 30 graden, omdat dit de ideale omstandigheden biedt voor de voortplanting.

Na de paring en de ei-afzetting is het cruciaal om het vrouwtje direct uit de kweekbak te verwijderen, omdat het mannetje anders zeer agressief kan worden en haar letterlijk de dood in kan jagen. Dit gedrag is instinctief en bedoeld om het nest en de jongen te beschermen.

De jongen komen na ongeveer 1 tot 2 dagen uit de eitjes en blijven aanvankelijk nog rustig hangen. Nog eens 2 dagen later beginnen ze actief rond te zwemmen, waarna ze gevoerd kunnen worden met Artemia-naupliën, fijn stofvoer en tot poeder vermalen droogvoer. Op dit punt is het noodzakelijk om ook het mannetje uit de kweekbak te halen, om te voorkomen dat hij de jongen schade toebrengt of stress veroorzaakt in hun kwetsbare beginfase.