IUCN-status: Kritiek (2014)
Nederlandse naam: Rode dwerg potloodvisje, Dwerg potloodvisje Koraal Rood Peru.
Wetenschappelijke naam: Nannostomus mortenthaleri.
Synoniemen: Nannostomus marginatus mortenthaleri.
Oorsprong: Zuid-Amerika (Peru).
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Lastig te zien. Men kan soms zien dat volwassen mannetjes intenser gekleurd zijn en ze hebben een wit pigment achter hun voorste streep op de rugvin.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 4 tot 6,5.
GH: 0 tot 5.
Licht: Matig.
Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Een donkere zand- of grindbodem wordt ook op prijs gesteld. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Zwak tot matig.
Leeftijd: 4 jaar.
Lengte: 4 tot 5 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en klein levend voer.
Aquariummaat: Minimaal 60 cm echter liever 80 cm.
Waterlaag: Midden en boven.
Karakter: Vreedzaam, mannetjes onderling willen nog wel eens ruzie maken maar dat loopt zelden verkeerd af.
Aantal: Schooltje van minimaal 10 vissen.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Beter van niet, in een speciaal aquarium komen ze veel beter tot hun recht.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na 1 tot 3 dagen.
Bijzonderheden: Opvallend aan deze vissen is dat ze altijd diagonaal in het water hangen, met de kop omhoog gericht. Verder zijn ze gevoelig voor parasieten, daarnaast kunnen ze ook niet tegen hoge nitraat waardes.
Kweekinfo: De kweek met het Rode dwerg potloodvisje is bepaald niet eenvoudig.
De kweekbak mag niet al te klein zijn. Voordat het paartje in de kweekbak wordt geplaatst dienen ze goed te worden gevoed met uitsluitend levend voer (ongeveer gedurende een week), daarna kan het paartje in de kweekbak worden geplaatst.
Aan de waterkwaliteit worden zeer hoge eisen gesteld. Het moet zacht, zuur (pH tussen de 4,2 tot 6) en nitraatarm zijn en de kweekbak dient van een aantal bosjes Javamos en/of drijfplanten te zijn voorzien, daar worden de eitjes tussen afgezet. Men kan ook een afzetrooster gebruiken. Hoewel de ouders de eitjes meestal wel met rust laten kan men ze voor de zekerheid toch het best verwijderen na het afzetten van de eitjes. De eitjes komen na 1 tot 3 dagen uit. Als de jongen gaan zwemmen kan men ze infusoriën geven om ze groot te brengen.
👉 Misschien vindt u onderstaande Nannostomus soorten ook interessant:
Nannostomus beckfordi
(Potloodvisje)
Nannostomus eques
(Bruin potloodvisje)
Nannostomus marginatus
(Dwerg potloodvisje)
Nannostomus rubrocaudatus
(Paars potloodvisje)