IUCN-status: Niet bedreigd (2009)
Nederlandse naam: Chinese slangekopvis.
Wetenschappelijke naam: Channa asiatica.
Synoniemen: Gymnotus asiaticus, Channa ocellata, Channa sinensis, Channa formosana.
Oorsprong: Midden en Zuid China en in Noord-Vietnam.
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: Er is nauwelijks een zichtbaar verschil. De vrouwtjes groeien wel wat langzamer dan de mannetjes.
Temperatuur: 22 - 28 graden Celsius.
pH: 6 tot 7.
GH: 8 tot 12.
Licht: Matig.
Beplanting: Zijkanten dicht beplant met in het midden open zwemruimte, ook drijfplanten stellen ze op prijs maar zorg wel dat er ruime open stukken zijn waar ze lucht kunnen happen.
Bodembedekking: Zand of fijn grind.
Stroming: Matig tot normaal.
Leeftijd: 18 jaar.
Lengte: 35 cm.
Voedsel: Vlees, vis en diepvriesvoer.
Aquariummaat: 200 cm.
Waterlaag: Midden en boven.
Gedrag tegenover soortgenoten: Agressief.
Gedrag tegenover andere soorten: Agressief.
Aantal: Solitair of als paartje.
Geschikt voor: Ervaren aquariaan.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 24 uur.
Bijzonderheden: De Channa asiatica komt voor in tropische gebieden. De temperatuur in de winter daalt tot ongeveer 16 graden Celsius en in de zomer is die 22 tot maximaal 28 graden Celsius. Verlaag de temperatuur in de winter wel voor een tijd van ongeveer 3 maanden naar zo'n 18 graden Celsius want als deze soort te lang op een hogere temperatuur wordt gehouden dan treden vaak bacteriële infecties op.
Kweekinfo: Het kweken met de Channa asiatica is niet makkelijk want het vinden van een goed koppel wat elkaar niet afmaakt is moeilijk.
Heeft men een koppel dan is het wel te doen. De vissen paren vaak als het water niet te warm is, ongeveer een graad of 18 is het beste. Men kan dan ook goed het verschil tussen het mannetje en het vrouwtje waar nemen. Het vrouwtje zal bleker van kleur worden en het mannetje wordt donkerder van kleur.
Als de eitjes worden afgezet drijven ze naar de oppervlakte toe, daar worden ze bewaakt door beide ouders. Na ongeveer 24 uur komen de eitjes uit. Ze kunnen direct de larven van Artemia en watervlooien eten. Na 1 of 2 weken kan men ze muggenlarven geven.
Als men zoveel mogelijk jongen groot wil brengen kan men ze het beste sorteren op hun grootte want anders worden de kleineren door de groteren opgegeten.
👉 Misschien vindt u onderstaande Channa soorten ook interessant:
Channa andrao
(Dwergslangekopvis)
Channa punctata
(Gevlekte slangekopvis)
Channa marulioides
(Keizer slangekopvis)
Channa pleurothalma
(Oogvlek slangekopvis)
Channa aurantimaculata
(Oranjevlek slangekopvis)