© Foto: Wim A. Tomey
IUCN-status: Bedreigd (2020)
Nederlandse naam: Prachtgoerami.
Wetenschappelijke naam: Parosphromenus deissneri.
Synoniemen: Osphromenus deissneri, Parosphromenus deissneri sumatranus.
Oorsprong: Maleisië en Singapore.
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: Het mannetje is veel kleurrijker dan het vrouwtje.
Temperatuur: 22 - 25 graden Celsius. In de natuur hebben deze visjes te maken met schommelende temperaturen. Zorg ervoor dat dat ook in het aquarium het geval is anders leven ze niet erg lang.
pH: 4 tot 5.
GH: 0 tot 4.
Licht: Zwak tot matig.
Beplanting: Dichte beplanting en wat drijfplanten.
Bodembedekking: Bij voorkeur een zandbodem. Stukken (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.
Stroming: Zwak.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: 3 tot 4 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, fijngemaakt groenvoer, maar vooral klein levend voer.
Aquariummaat: 40 cm.
Waterlaag: Onder en midden.
Karakter: Niet meer dan 1 paartje houden anders wordt het ruzie.
Aantal: Paartje en zonder andere medebewoners.
Geschikt voor: Ervaren aquariaan.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.
Tijd voor uitkomen eitjes: Na ongeveer 3 dagen.
Bijzonderheden: Deze visjes moeten in een speciaal aquarium worden gehouden zonder andere medebewoners. Het aquarium moet donker worden ingericht met bijvoorbeeld dichte beplanting en drijfplanten. Verder kan men het beste schuilplaatsen maken van kienhout en stenen. Het water moet heel zacht en zuur zijn, filteren over turf is daarom echt noodzakelijk en de stroming moet matig zijn.
Houd geen verschillende Parosphromenus soorten samen, de kans is dan groot dat men kruisingen krijgt omdat er weinig verschil is tussen de vrouwtjes.
Kweekinfo: Het kweken met de Prachtgoerami is vrij moeilijk.
De kweek is vrij moeilijk en zal zelden lukken, maar het is altijd het proberen waard. Het is een holenbroeder, dus dient er een object aanwezig te zijn (bijvoorbeeld een bloempot) waarin dan het schuimnest zal worden gebouwd. Als de eitjes zijn afgezet verjaagt het mannetje het vrouwtje en heeft hij de broedzorg. Na ongeveer drie dagen komen de jongen uit en nog eens 3 tot 4 dagen later zwemmen ze al rond. Dan kun je de jongen opkweken met pas uitgekomen Artemia-naupliën.