© Foto: Peter Parker

IUCN-status: Bedreigd (2018)

Nederlandse naam: Rode rio.

Wetenschappelijke naam: Hyphessobrycon flammeus.

Synoniemen:

Oorsprong: Zuid-Amerika (Rio de Janeiro).

Biotoop: Zuid-Amerikaans.

Geslachtsonderscheid: Volwassen mannetjes zijn feller van kleur dan de vrouwtjes.

Temperatuur: 18 - 24 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 4 tot 12.

Licht: Matig.

Beplanting: Dichte randbeplanting en wat drijfplanten.

Bodembedekking:  Een donkere zand- of grindbodem is aan te raden. Wat bladafval (gedroogde eiken of beuken bladeren) op de bodem en (kien)hout of takken worden zeker ook op prijs gesteld.

Stroming: Zwak tot matig.

Leeftijd: 3 jaar.

Lengte: 4 tot 6 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minstens 6 vissen.

Geschikt voor: Beginners.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja, mits samen gehouden met niet al te grote vissen.

Tijd voor uitkomen eitjes: Na 24 tot 36 uur.

Bijzonderheden: Er zijn ook een aantal kweekvariëteiten van de Rode rio in de handel (zie foto 2).

Kweekinfo: Het kweken met de Rode rio is niet makkelijk.

 

Allereerst moeten de mannetjes en de vrouwtjes eerst apart worden gezet en dient men ze goed te voeren, vooral met levend voer. Dit vergroot de kans op een groter aantal eitjes. Selecteer nu een paartje voor de kweek, men kan ook een groepje van 5 vissen in de kweekbak plaatsen als men niet zeker is van een paartje.

 

De kweekbak hoeft niet al te groot te zijn en er dienen fijnbladige planten in te worden geplaatst, een speciale afzetmop kan natuurlijk ook, hiertussen worden de eitjes afgezet. Om de vissen in de juiste stemming te brengen moet het licht zoveel mogelijk getemperd worden. De pH moet tussen de 5,5 en 6 liggen en de DH tussen de 1 en 5. Een temperatuur tussen de 26 en 28 graden Celsius is het meest ideaal.

 

Als alles goed gaat worden er nu tussen de 50 en 300 eitjes afgezet. De ouders moeten na de ei afzetting eruit worden gehaald daar ze anders de eitjes weer zullen opeten. Na 24 tot 36 uur komen de eitjes uit, daarna duurt het nog 3 tot 4 dagen voordat de jongen vrij rondzwemmen. De jongen moeten nu worden gevoerd met het kleinst mogelijke voedsel zoals infusoriën, pas uitgekomen Artemia-naupliën en fijn stofvoer.