© Foto: Tropische vissengids

IUCN-status: Niet bedreigd (2010)

Nederlandse naam: Vuurdanio of Birma danio.

Wetenschappelijke naam: Danio choprae.

Synoniemen: Brachydanio choprai, Danio choprai.

Oorsprong: Birma.

Biotoop: Aziatisch.

Geslachtsonderscheid: Het mannetje is slanker gebouwd en kleurrijker, het vrouwtje heeft een vollere buik.

Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.

pH: 6,5 tot 7,5.

GH: 1 tot 12.

Licht: Normaal.

Beplanting: Hoewel ze in snelstromend water voorkomen waar geen planten staan stellen ze toch een normale tot dichte beplanting in het aquarium wel op prijs. Maar er moet ook veel zwemruimte over blijven want ze zwemmen graag afstanden.

Bodembedekking: Zand of grind met bij voorkeur een donkere kleur. 

Stroming: Matig tot sterk.

Leeftijd: 5 jaar.

Lengte: 3 tot 4 cm.

Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer en klein levend voer.

Aquariummaat: 60 cm.

Waterlaag: Boven het midden.

Karakter: Zeer vreedzaam.

Aantal: Schooltje van minimaal 10 vissen.

Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.

Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja mits de medebewoners niet al te groot zijn.

Tijd voor uitkomen eitjes: Ongeveer 72 uur.

Bijzonderheden:

Kweekinfo: Het kweken met de Vuurdanio is niet moeilijk.

 

Men heeft een kweekbak nodig van ongeveer 20 tot 40 liter. Voorzie de kweekbak van fijnbladige planten en op de bodem kan men een legrooster aanbrengen of men kan er drie lagen knikkers in doen waar de eitjes dan tussen vallen zodat de ouders er niet bij kunnen komen. Vul eerst de kweekbak voor de helft met water met een temperatuur van 26 graden Celsius. Het beste kan men een kweekgroepje samenstellen bestaande uit 2 tot 3 vrouwtjes en 6 tot 8 mannetjes, maar ook 1 vrouwtjes en 2 mannetjes gaat prima. Zorg er eerst voor dat de vissen goed doorvoed zijn en dus veel eiwit rijk voedsel krijgen toegediend zoals klein levend voer. Zijn de vissen eenmaal gewend voeg dan koud water toe, doe daar rustig een paar uur over, totdat de kweekbak vol met water is. Het beste kan dan een temperatuur van 22 graden Celsius worden aangehouden. Dit simuleert een regenbui tijdens de moesson en spoort de vissen aan om te paren.

 

Als de eitjes zijn afgezet moeten de vissen worden verwijderd en na ongeveer 72 uur komen de jongen tevoorschijn. Meestal zwemmen ze enkele dagen erna al rond en kunnen ze eerst het best met vloeibaar voedsel worden gevoed. Een paar dagen later kan men ze stofvoer en Artemia-naupliën geven.