IUCN-status: Kwetsbaar (2019)
Nederlandse naam: Haaienvinbarbeel of Zwartvinkarper.
Wetenschappelijke naam: Balantiocheilos melanopterus.
Synoniemen: Barbus melanopterus, Puntius melanopterus, Balantiocheilus melanopterus.
Oorsprong: Thailand, Maleisië en Borneo.
Biotoop: Aziatisch.
Geslachtsonderscheid: Moeilijk te zien, bij volwassen vissen heeft het vrouwtje een dikkere buikpartij.
Temperatuur: 22 - 26 graden Celsius.
pH: 7,5 tot 8,5.
GH: 4 tot 15.
Licht: Normaal.
Beplanting: Normaal beplant aquarium met erg veel zwemruimte.
Bodembedekking: Zand of grind. Stenen van verschillende grootte, hout en takken stellen ze zeker ook op prijs.
Stroming: Matig tot sterk.
Leeftijd: 10 jaar.
Lengte: 22 tot 30 cm.
Voedsel: Droogvoer, diepvriesvoer, plantaardig voer en levend voer.
Aquariummaat: 150 cm.
Waterlaag: Midden en onder.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: Schooltje van minimaal 6 vissen.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Ja.
Tijd voor uitkomen eitjes:
Bijzonderheden: Dit zijn echt prachtige vissen, maar alleen geschikt voor grote aquaria (minimaal 150 cm). In de winkel worden vaak kleine, jonge, vissen aangeboden maar ze groeien razendsnel.
Kweekinfo: Het kweken met de Haaienvinbarbeel is zéér moeilijk en zal eerder een gelukstreffer zijn dan een echte kweekopzet.
Ze dienen in een school van minimaal 6 exemplaren te worden gehouden. Als men vermoed dat zich er een paartje heeft gevormd kan men ze het beste apart zetten in een grote kweekbak die voorzien is van voldoende beplanting.
Als er eenmaal eitjes zijn gelegd en bevrucht moeten de ouders er gelijk uit worden gehaald anders eten ze de eitjes gelijk weer op. Na het uitkomen van de eitjes duurt het nog een tijdje voordat de jongen gaan zwemmen. Dan kunnen ze worden gevoerd met zeer fijn voedsel zoals pekelkreeftjes en stofvoer.