IUCN-status: Onzeker (2014)
Nederlandse naam: Panda dwergcichlide.
Wetenschappelijke naam: Apistogramma nijsseni.
Synoniemen:
Oorsprong: Peru.
Biotoop: Zuid-Amerikaans.
Geslachtsonderscheid: Het mannetje is iets groter en grover gebouwd dan het vrouwtje. De kleur van het vrouwtje is grotendeels geel terwijl de mannetjes lichtblauw zijn met een gele kleuring onder in de buikstreek.
Temperatuur: 24 - 30 graden Celsius. In de natuur hebben deze visjes te maken met schommelende temperaturen. Zorg ervoor dat dat ook in het aquarium het geval is anders leven ze een stuk korter.
pH: 5,5 tot 6,5.
GH: 1 tot 4.
Licht: Zwak tot matig.
Beplanting: Goed beplant aquarium.
Bodembedekking: Een zanderige bodem. Gedroogd bladafval op de bodem houden ze ook van (beuken-, eiken- of Ketapang-amandelbladeren zijn allemaal geschikt).
Stroming: Zwak tot matig.
Leeftijd: 5 jaar.
Lengte: Vrouwtje 5 cm en mannetje 6 cm.
Voedsel: Diepvriesvoer en klein levend voer, droogvoer wordt zelden geaccepteerd.
Aquariummaat: 80 cm.
Waterlaag: Onder het midden.
Karakter: Vreedzaam.
Aantal: 1 mannetje met meerdere vrouwtjes of als koppeltje. In een groot aquarium (150 cm) kan een groepje worden gehouden.
Geschikt voor: Beginners met enige ervaring.
Geschikt voor gezelschapsaquarium: Nee.
Tijd voor uitkomen eitjes:
Bijzonderheden: Het aquarium dient dicht beplant te zijn en er moeten stukken kienhout, stenen, bloempotjes en/of halve kokosnoten aanwezig zijn zodat er voldoende schuilplaatsen zijn. Ook drijfplanten mogen niet ontbreken. Op de bodem kan men het beste zand gebruiken.
Kweekinfo: De kweek met de Panda dwergcichlide is vrij moeilijk.
Het water moet zeer zacht en zuur zijn (pH rond de 5,8 tot 6,0), anders zal een kweek nooit gaan lukken. Filteren over turf is daarom een goed idee om de pH naar beneden te krijgen en te houden. Een temperatuur van rond de 26 graden Celsius is het beste voor de kweek. De ouders moeten zeer gevarieerd diepvriesvoer en levend voer krijgen.
De eitjes worden afgezet in een holletje en daar bevrucht. Het vrouwtje zal voor de eitjes zorgen terwijl het mannetje het territorium zal bewaken.
De jongen zwemmen na ongeveer een week vrij rond en kunnen worden opgekweekt met Artemia-naupliën.