Nederlandse naam: Sulawesi slak, Konijnslak, Olifantslak en Turboslak.
Wetenschappelijke naam: Tylomelania sp.
Herkomst: Sulawesi.
Lengte: 6 - 7 cm.
Leeftijd: Meerdere jaren.
Tweeslachtig: Nee.
Temperatuur (min. max.): 20 - 30 graden Celsius.
pH (min. max.): 7 - 8,5. Let er wel op dat de KH en GH niet onder de 5 komt. De mineralen calcium en magnesium heeft de slak nodig voor de opbouw van zijn slakkenhuis.
Aquariumeisen: Behalve dat men op de waterwaarden moet letten zoals hierboven staat vermeld heeft deze slak verder geen speciale eisen.
Voedsel: Deze slak heeft een grote voorkeur voor algen, verder lust hij ook wel gestorven plantaardig materiaal, dode vissen en ook wel wat droogvoer. Bij te weinig algen kan men ook nog een algentablet bijvoeren.
Kweek: De Sulawesi slak is een eierlevendbarende slakkensoort. Het eitje wordt in een soort buidel meegedragen en komt van daaruit levend ter wereld. Ze krijgen slechts een paar keer per jaar 1 jong. Een slakkenplaag is dan ook uitgesloten.
Bijzonderheden: De Sulawesi slakken zijn er in zeer veel kleuren. Ze hebben allemaal dezelfde eisen. In Nederland worden ze verhandeld onder de meest vreemde namen zoals Konijnslak, Olifantslak en Turboslak. Het kan soms gebeuren dat de slak een lange tijd op dezelfde plaats blijft liggen, het lijkt dan net alsof deze dood is. Men kan zien of ze nog leven door middel van hun afsluitklepje. Als het klepje dicht is zal de slak nog leven, blijft het klepje open staan en beweegt de slak niet dan is de kans groot dat hij dood is. De reden dat ze een tijd niet bewegen is vaak een verwonding (niet altijd). Ze sluiten zichzelf dan als het ware op en herstellen op deze manier sneller.