Naam: Mini-Japonica garnaal.
Andere benamingen:
Wetenschappelijke naam: Caridina sp. Mini-Japonica.
Oorsprong: Japan, Taiwan, Madagascar en Indonesië.
Uiterlijk: Licht grijze tot doorschijnende garnaal.
Geslachtsonderscheid: Het schild bij het vrouwtje aan de zijkant loopt lager door en de vrouwtjes hebben een eivlek net achter de kop zitten.
Temperatuur: 18 tot 27 °C.
pH: 6 tot 7,5.
GH: < 8.5 maar andere waarden tolereren zo ook wel.
Leeftijd: 2 jaar.
Lengte: 2 tot 3 cm.
Voedsel: Speciaalvoer voor garnalen, vlokken- en granulaatvoer voor vissen, dode bladeren van de beuk en de eik, fijngestampte erwten en gekookte bladeren van spinazie of andere groenten. Ook algen staan bij de Japonica op het menu.
Aquariummaat: Vanaf 30 cm.
Karakter: Zeer vreedzaam.
Aantal: Minimaal 10 stuks.
Geschikt voor: Beginners.
Bodembedekking: Zand of fijn grind.
Aquariuminrichting en beplanting: Het aquarium kan gewoon normaal beplant worden, gebruik bij voorkeur fijnbladige planten en mossoorten. Schuilplaatsen zijn noodzakelijk. Ook houden ze van stroming in het water.
Belichting: Normaal tot veel.
Ander gezelschap: Men kan ze samenhouden met rustige en vriendelijke vissen, ook met andere (kleinere) garnalensoorten kunnen ze prima samenleven. Kreeften en/of dwergkreeften zijn minder geschikt om met ze samen te houden.
Tijd voor uitkomen eitjes: Rond de 3 weken.
Aantal jongen: 15 tot 45.
Kweekinfo: Hiervoor hoeft men niets speciaal te doen, als men een groep heeft komen de jongen vanzelf wel.
Bijzonderheden: Geregeld een deel van het water verversen is sterk aan te raden, ongeveer 25% van het water 1 keer per 2 weken verversen is aan te raden. Zoals bij alle garnaalsoorten dient men de huid van de vervelling in het aquarium te laten liggen, deze zal door de garnalen worden opgegeten want zo krijgen ze de nodige stoffen weer binnen.